Uitgelicht

Dagboek van dienstplichtig soldaat Gerrit

Ons leger in de jaren 1973/74

Bevo-groepDit verhaal over de vervulling van mijn militaire dienstplicht gaat 49 jaar terug. De herinneringen zijn er nog altijd, want het was achteraf bekeken best een bijzondere tijd. En eigenlijk wel een interessante fase in mijn leven. Omdat ik herinneringen uit mijn hersenpan opdoek van bijna een halve eeuw geleden zijn de details niet helemaal nauwkeurig maar is het verhaal absoluut het lezen waard vanwege nogal wat ongewone gebeurtenissen. Daarom levert ‘soldaat Gerrit’ hier een paar mooie anekdotes. Ik heb een stuk of wat bijzondere ervaringen verpakt in amusante verhaaltjes. Het geeft niet zo zeer een beeld van de persoon, of soldaat Gerrit, maar tegelijk een beeld van de droevige gesteldheid van ons armetierige legertje in de begin jaren zeventig. Met ondergetekende in dat erbarmelijke leger hadden we de oorlog absoluut niet gewonnen. Gelukkig verkeerden we toen in een tijdperk dat we ontwaakten uit de flower-power-tijd uit de jaren zestig. De fleurig gekleurde muziek maakte in de jaren zeventig plaats voor de meer meeslepende reggae en we hadden uiteraard de Beatles en de Stones. Ik herinner mij nog de dromerige momenten wanneer we tijdens de vele rustpauzes op de kazerne heerlijk hangerig lagen te luisteren naar bijvoorbeeld Bob Marley. Het was aangenaam vertoeven in dat naar vrede koesterende leger. Een leger met dienstplichtige soldaten die verplicht opkwamen voor hun nummer met ongemotiveerde ‘jong-en-lui’ leeftijdgenoten.

Dienstplicht, mijn tweede levensfase

Het viel mij enorm mee toen ik eenmaal ‘ingemilitariseerd’ was na een paar maanden. Oorspronkelijk zag ik er behoorlijk tegenop dat ik voor mijn nummer moest opkomen ergens in het einde van 1973. Ik vond het knap oneerlijk dat ik wel en anderen, die bijvoorbeeld vrijgesteld waren, niet als dienstplichtig soldaat ons land hoefden te dienen. Ja oké, je moest het zien als een eer wanneer je in het leger je vaderland kon dienen. Er waren in die tijd aardig wat dienstweigeraars die een vervangende dienstplicht vervulden omdat ze gemoedsbezwaard waren. Ook waren er de oplichters die met een trucje op de keuring een S5(=ongeschikt) wisten te bedingen. Daar deed ik niet aan mee. Het was  mijn eer te na om weg te lopen voor mijn nummer. Ik was geen held en had absoluut geen trek in oorlogje spelen. Ik was meer het type van, ‘’val aan, ik volg wel.’’ Maar weglopen voor mijn dienstplicht paste niet bij mij. Je hoorde natuurlijk van andere, reeds afgezwaaide jongens, dat het best wel stoer was om te schieten en met handgranaten gooien en je kwam natuurlijk als een echte kerel terug in de burgermaatschappij. En met ongeveer die gedachten meldde ik mij in Bergen op Zoom op de Cort Heyligerskazerne. Een treinrit in die tijd van drie en een half uur. Het had ook wel wat om op de zondag in je eerste grijs in een half lege treincoupé te zitten. Achter het raampie kieken over het wijde Hollandse landschap. Op de vrijdagmiddag na het laatste appèl kon je je voorbereiden om meer dan 3 uur te staan in een volle trein. Maar je ging terug naar huis na een week met volop nieuwe ervaringen.

Rijles

Ik was uitverkoren om binnen 2 maanden een groot rijbewijs te halen om daarna te mogen rijden op een grote militaire vrachtwagen. Vanuit de kazerne in Bergen op Zoom maakte je bijna elke dag een flinke rit met een strenge sergeant-instructeur naast je, die je flink afblafte als je voor de tiende keer de versnellingsbak flink liet kraken. Ik leste op een DAF-YA 328, bijgenaamd ‘’Dikke Daf’’ en dat viel knap tegen.

Dikke Daf

In die tijd waren dat oude legervoertuigen en het bouwjaar van mijn lesbak was van mijn geboortejaar. Een enorme zware bak massief staal en oersterk. Toen nog zonder stuurbekrachtiging en niet gesynchroniseerde versnellingsbak. Je moest schakelen en direct tussengas geven. Dubbel klutsen heette dat. Als je op zo’n moment in de stad reed en een haakse bocht om moest dan moest je snel terug naar de 2e versnelling en direct het stuur indraaien om met veel moeite de bocht uit te komen. Ging je te langzaam dan kreeg je het stuur niet om door de zware druk op de voorwielen. Je moest wel wat in de mouwen hebben om niet de andere weggebruikers de stuipen op het lijf te jagen door te ruim uit de bocht te komen. Mijn instructeur had geen zin in die ellende. Ik vroeg me regelmatig af waarom men mij had gekozen om chauffeur te worden. Op mijn kamer in de kazerne waren heel wat potige jonge kerels die wat breder gebouwd waren dan mij en waarvan enkelen al een groot rijbewijs hadden. Die lagen ook behoorlijk voor op mijn vorderingen. Heb ook vaak gedacht dat men over onjuiste persoonsinformatie beschikte en misschien niet wist dat ik een kantoorpikkie was. Maar ja, je mocht nooit vragen naar het waarom in het leger. Befehl ist befehl. En die bevelen volgde ik braaf op. Je had absoluut niets in te brengen. Ons moest discipline worden bijgebracht en dat ging vaak van achter uit de keel. Ik moest een soldaat worden, en vrachtwagenchauffeur en dat vond ik nogal wat.

Afrijden

Na 1 maand had ik al ongeveer de moed opgegeven toen de eersten mochten afrijden op aangeven van hun rijinstructeur. Ik had zeker nog een maand nodig. Vroeg mij al af wat ik dan zou moeten doen in die laatste 16 maanden van mijn dienstplicht wanneer ik niet mijn groot rijbewijs zou halen. Ik was al geïnformeerd over mijn plaats bij de parate hap. Ik zou een dubbele functie krijgen van chauffeur/hulpbeheerder munitie op de legerplaats in ‘t Harde. Vanwege mijn administratieve achtergrond en het feit dat ik een eed had afgelegd als rijksambtenaar en daarom zou ik heel betrouwbaar en zorgvuldig moeten zijn in de omgang met munitie, althans zo dacht de legerleiding. Ik keek er eigenlijk wel naar uit en vond mijzelf al een heel baasje als het leger een zo groot vertrouwen in mij had. Maar eerst moest ik mijn groot-rijbewijs halen en dat kostte regelmatig behoorlijk wat angstzweet. Pas in de laatste week van mijn rijopleiding kreeg ik een oproep om met een examinator te gaan rijden op de voorlaatste dag van mijn verblijf in Bergen op Zoom. Maar wat bleek, het was behoorlijk winter in Brabant en er was ijzel voorspeld op die donderdag. Ik vroeg mij al af hoe dat zou aflopen en inderdaad, op het bewuste tijdstip was het spiegel- en spiegelglad op de Brabantse wegen. Toen der tijd waren de strooiploegen nog niet zo uitgerust als nu en kon de gladheid een behoorlijke poos aanhouden. Dus ook op het moment van  afrijden. Dat ging gewoon door en ik was stomverbaasd. Je kon geen snelheid maken en moest stapvoets rijden. Door de gladheid had ik mooi geen problemen om de bochten goed uit te komen want het sturen ging lekker licht op die ijsbaan. De bijzondere verrichtingen, zoals achteruit rijdend inparkeren met en zonder aanhanger, mocht ik gewoon overslaan want daarvoor was geen tijd meer. Na afloop van de rit kreeg ik de mededeling dat de examinator moest overleggen met de hogere legerleiding wat te doen met zijn beoordeling over mijn rijvaardigheid. Dat zou dus nul op rekest  worden, zo dacht ik, tenzij het vrijdag over moest. Maar tot mijn stomme verbazing kwam eind van de middag de melding dat ik was geslaagd. Men was afgegaan op de ervaringen van mijn rijinstructeur. Goh, wat een geweldige vent.

Trots op geel papiertje

In feite kwam er het op neer dat ik mijn groot-rijbewijs zo ongeveer cadeau kreeg. Ach ja, bij Defensie nam men het toen nog niet zo nauw. In tijden van oorlog zijn risico’s nu eenmaal 100 keer groter dan in vredestijd, dus wat maakte 1 onbekwame dienstplichtig chauffeur nou uit op het wijd vertakte NL-wegennet. Kan niet zoveel mis gaan met zo’n lompe bak die echt niet harder kon rijden dan 80 km p/u, zo was de gedachte. Verderop in dit stuk komen de ware feiten aan het licht. In ieder geval kon ik met veel bravoure aan het thuisfront laten zien dat ik een groot-rijbewijs had. De kleur was echter wel geel en betekende totaal niets in de burgermaatschappij. Je moest een overschrijving doen naar dat roze papiertje en dat kostte in die jaren een flink bedrag. Dat heb ik nooit laten doen bij terugkeer in de samenleving waarvoor iedereen mij eeuwig dankbaar mag zijn.

Naar de munitieopleiding

munitie

Na mijn Brabantse periode moest ik aantreden bij de Kromhout-kazerne in Utrecht om een opleiding in munitie-administratie te volgen. Die opleiding zou ook 2 maanden duren en daarna mocht ik naar de parate hap. Het was een taaie en saaie opleiding met hoofdzakelijk theorie. Ik leerde de verschillende soorten munitie kennen met de uitwerking daarvan en vooral de gevaren natuurlijk. Je moest zelfs de definitie van woorden zoals ‘’explosie’’ en ‘’munitie’’ uit je hoofd kennen. En dat kon niet simpelweg met een omschrijving zoals ‘’boem, boem’’ of ‘’pang, pang,’’ of iets dergelijks. Ach ja, net als met afsteken van het oudejaarsvuurwerk, waar wat knalletjes en vonkjes vanaf komen, moest je natuurlijk bij het spelen met handgranaten en 105 mm tankgeschut een veilige afstand in acht nemen. Althans voor de kijkers. Soms moest er geleverd worden tijdens het vuren en was het goed uitkijken geblazen en donders goed de instructies opvolgen van de veiligheidsofficieren. Hoe makkelijk een misverstand kon ontstaan leest u later. In ieder geval had de opleiding mij terdege bewust gemaakt voor de gevaren bij het omgaan met munitie. Gezien het feit dat ik zonder lichamelijke tekortkomingen het leger heb kunnen verlaten heb  ik dus goed opgepast. Hoewel? Er ging wel eens wat mis. Daarover ook verderop meer.

Demonstreren voor meer soldij

Behalve de munitie-opleiding in Utrecht hadden wij soldaatjes het Utrechtse uitgaansleven ook ontdekt. Soms kwamen we te laat terug op de kazerne en dan kregen we straf in de vorm van een extra corvee of iets dergelijks. Daar viel mee te leven. Ook waren we in die tijd wat obstinaat en werden wij als dienstplichtigen ons bewust van de achtergestelde beloning in vergelijking met loonwerkers in de burgermaatschappij. Ons soldij was een flink stuk lager dan het loon van leeftijdsgenoten. De pas opgerichte Vereniging Voor Dienstplichtige Militairen(VVDM) was van plan daar wat aan te doen. Daar kon je dus lid van worden. Maar een lidmaatschap bij de VVDM maakte wel dat je werd gezien als een opstandeling. Het paste niet in die tijd dat een dienstplichtig soldaat  in opstand kwam tegen het bevoegd gezag. Je had maar de bevelen van je meerderen uit te voeren en een grote mond was uit den boze. Stel je voor, een soldaat in oorlogstijd die bezwaar maakt om te vechten tegen een vijand. Al met al veroorzaakte mijn lidmaatschap nogal wat deining in mijn sociale omgeving aan het thuisfront. Dat paste ook niet bij mijn beroep als rijksambtenaar bij de overheid waar ik na mijn dienstplicht gewoon kon terugkeren. Je moest loyaal zijn. Toch had ik een ernstig bezwaar tegen de ongelijkheid van beloning tussen soldij en loon. Er zou een protestdemonstratie worden gehouden in een aantal steden, waaronder ook in Utrecht. Ik zou meelopen met een aantal strijdmakkers ondanks de aangekondigde sancties van de legerleiding. Het was een dienstplichtig soldaat in feite verboden om te protesteren. Maar ja, na de hippietijd in de jaren 60 was de bewustwording in de jaren 70 in opkomst en was er een redelijke mate van gedogen ontstaan in de burgermaatschappij. Er ontstond zelfs solidariteit met die arme dienstplichtige soldaten. Afijn, wij gingen met wat spandoeken de Utrechtse straten in om aandacht te vragen voor onze achtergestelde beloning. En ja hoor, aan de kant van de weg stond natuurlijk een cameraploeg opgesteld van de NTS(nu NOS) die ons uitvergroot op film vastlegde. Dat heb ik geweten.

Vol in beeld

Op de avond zochten we met ons allen in een café een TV op om de uitzending van het journaal te bekijken. Er werd namelijk volop aandacht besteed aan die demonstrerende militairen, dat was namelijk een ongebruikelijk beeld in ons Calvinistisch polderlandje.

Demonstratie VVDM
(sta niet op deze foto)

De cameraploeg had natuurlijk precies het groepje gefilmd waar ik deel van uitmaakte en half Nederland heeft mij voorbij zien komen. Natuurlijk kent half NL mij niet maar wel mijn thuisfront. En daar vond men het niet zo amusant dat ik mij nogal recalcitrant opstelde tegen de NL-overheid waarvan ik in principe afhankelijk was voor mijn broodwinning. Mijn lange haren wapperden toen breeduit tot op mijn schouders onder mijn baret vandaan en ook dat beeld strookte niet met de beeldvorming die sommigen nog van mij hadden. Ik rangschik mijn gedrag van die tijd maar onder het hoofdstukje ‘generatieconflict’ en dat was vooral in de jaren zestig/zeventig een hot item. Mijn familie moest er maar mee leren leven, zo vond ik. Het is toch later allemaal goed gekomen met mijn persoontje. Gezinnetje, huisje, boompje, beestje en een baantje voor het leven. En momenteel levend van een afgeroomd pensioentje met de nuchtere gedachte van, pluk de dag, geniet van het leven zo lang het nog kan en terugkijkend op een zinvol bestaan. Gelukkig kan ik mij nog redelijk uiten en alle meegemaakte ‘ellende’ van mij afschrijven. Het delen van al die kommer en kwel lucht lekker op en ik smijt graag andermans ellende op andermans bordje. Hoe dan ook, de bezinningsperiode in Utrecht en de opgedane kennis over Neerlands pang-pang-munitie hebben mij weer wat levenswijsheid bezorgd. En o ja, uiteindelijk hebben de dienstplichtig soldaten een verhoging van hun soldij gekregen waarvan ik niet meer weet hoeveel. De maandelijkse beloning was in die tijd iets van in de 300 guldens. Ach, uiteindelijk had ik er zelf maar weinig aan. Er bleef toch nooit wat van over. Je gaf het allemaal uit waardoor indirect de NL-economie de grote profiteur was natuurlijk. Was het toch nog ergens goed voor.

Naar de parate hap

Ceremonie bij commando overdracht

Na de Utrechtse opleidingsperiode meldde ik mij op de kazerne in ’t Harde bij de 43ste ZVE. Dat was een zelfstandig verkenningseskadron wat deel uit maakte van de 43ste Pantser Brigade die was gelegerd in Havelte. Het was een aparte club met de bekende zwarte baret van de Cavalerie en de huzaren die er dienden voelden zich verheven boven anders gekleurde baretten van de andere regimenten op de kazerne. Het was vaak oorlog tussen de jongens van Van Heutz en ons clubje die hetzelfde manschappengebouw deelden. Er werd meestal strijd geleverd door gebruik te maken van de brandslangen in de gangen. Daarmee werd met volle kracht gespoten op de tegenstander om deze onderuit te krijgen. De wateroverlast, die soms kamers volledig blank zette, bezorgden ons fikse straffen. Je kreeg dan bijvoorbeeld een extra weekendwacht opgelegd waardoor je niet naar huis kon. Maar er viel mee te leven. Natuurlijk waren er naast de gebruikelijke wanordelijkheden ook echte taken uit te voeren. Ik kreeg van mijn sergeant-majoor te horen dat we in mijn eerste parate week op oefening zouden gaan naar Duitsland. Daar zou ons eskadron zich voegen bij de pantserbrigade uit Havelte om een grote schietserie te houden op de Lúnerburgerheide. Het schietterrein was een enorm uitgestrekt gebied in de buurt van Hohne en Oerbke. En dat heb ik ondervonden. Toen ik de maandag hoorde dat we op de donderdag zouden vertrekken maakte ik mij nogal ongerust over mijn rijvaardigheden omdat ik nota bene 2 maanden geen legerauto had bestuurd.

Dikke Daf

Te gek voor woorden natuurlijk. Mijn taak was om als chauffeur/munitiebeheerder met een aantal kwartiermakers vooruit te rijden om een deel van het kampement op te zetten. Ik was geen huzaar die deel uitmaakte van een tankpeleton maar hoorde tot de Bevo-groep. Dat was bevoorrading van brandstof en munitie. Dus was ons de klus toebedacht om de kwartiermakers mee te nemen. Ik was chauffeur en munitiepik en hoefde gelukkig niet het zware werk te doen, dat was voor de werkpaarden. Hoewel het besturen van die zware vrachtwagen op zichzelf al een zware taak was. Omdat we over een paar dagen zouden vertrekken moest ik die 3-tonner inrichten voor een lange reis van ongeveer 400 kilometer. Ik had gehoopt om vooraf een rit buiten de kazerne te maken maar dat ging door tijdgebrek niet door. Ik kreeg de opdracht om een viertal britsen in de laadbak vast te sjorren want daar zouden 4 huzaren van de EOG(Eskadron Onderhoud Groep) op komen te liggen tijdens de nachtelijke rit naar Hohne. Huuuhhhh, vroeg ik mij af? Hoezo slapen als ik rijd? Uiteindelijk bleek dat die snaken van de EOG daar een gewoonte van hadden gemaakt om met lange nachtelijke ritten hun britsen mee te nemen om daarop te gaan pitten.

Daar is totaal niets van gekomen, daar heb ik wel voor gezorgd. Hoe dichter we de donderdagnacht naderden hoe meer gespannen ik werd. Ik wist intussen dat een sergeant-majoor die ik niet kende naast mij zou meerijden als bijrijder en kaartlezer. Dat was verplicht in die tijd in die hopeloze verkeersonveilige 3-tonners. Er moest altijd een bijrijder mee vanwege het slechte zicht uit te kleine zijraampjes en dode hoek etc. Zelf had ik nooit nachtelijk ritten gedaan met de rijlessen dus het werd uitermate spannend. Ik dacht,  toen we de rit begonnen, ik laat me niet kennen. We zien wel waar het schip strandt, nou ja, het voertuig dan. Eenmaal onderweg na een tiental kilometers kregen de monteurs van de EOG die op hun britsen lagen te kaarten bij hun zaklampen in de gaten dat het schakelen vaak met veel gekraak gepaard ging en drongen er luide commentaren dwars door het motorkabaal in de cabine door. Diverse verwensingen maakten mij duidelijk dat er weinig vertrouwen was dat ik zonder gekraakte versnellingsbak op de plaats van bestemming zou arriveren. Maar goed, eenmaal op doorgaande wegen kon ik zonder schakelen flink doorrijden en was het achter mij redelijk stil. De bijrijder naast mij zat overigens wat minder ontspannen dan aan het begin van de rit. Toen lagen zijn benen schuin languit over de motorkap. De motor zat tussen ons en geluidisolatie zoals we die tegenwoordig kennen had het leger toen nog niet. Sommige opmerkingen van de sergeant-majoor kwamen bij mij niet binnen. Dus ook op het moment toen wij een convooi achterop kwamen. Dat was een ander legeronderdeel die ook naar de schietserie onderweg was maar in colonneverband reden. Dat mocht niet harder dan 60 km p/u over de snelweg. De kwartiermakers waar ik deel van uitmaakte reden voor mij uit en hun chauffeurs waren korporaals-TS’ers en dus beroeps. Ze gingen de colonne inhalen. Ik dacht dat zoiets niet mocht en bleef er braaf achter rijden. Maar dat ging de sergeant-majoor veel te traag en hij gaf mij de opdracht om ook er voorbij te gaan.

Brokkenpiloot

We reden op een tweebaansweg net over de grens en het was diep in de nacht behoorlijk rustig met het verkeer. Ik kon probleemloos een aantal legertrucks voorbij komen en deed dat telkens bij de volgende paar weer. Totdat ik een tegenligger in de verte ontwaardde. Ik moest natuurlijk uitwijken naar de rechterbaan maar dat ging op dat moment niet lukken want de wagens daar reden te kort op elkaar waardoor ik er niet tussen kon. Je moet dan in een paar seconden beslissen wat je gaat doen. Ik merkte dat mijn bijrijder vanuit een ontspannen zithouding ineens rechtop zat en iets schreeuwde. Ik verstond hem niet maar dat boeide me niet want ik moest snel handelen. Ik trapte met mijn linkerpoot op het grootlichtpedaal om de tegenligger te waarschuwen. Ik kon nog steeds geen kant op. Wel zag ik in het licht van de toevallig aanwezige lantaarnpaal dat de tegenligger een stevige Mercedes was en ook die bestuurder was heftig aan het knipperen. Niet met z’n ogen maar met de koplampen. Oef!!! Net op het moment dat ik mij schrap zette voor een enorme klap stuurde de Mercedes de berm in, plette een  bermpaal en kwam redelijk ongeschonden, in omgekeerde richting tot stilstand. Diepe bandensporen waren duidelijk zichtbaar in die zachte berm. Ook naast mij kregen de collega-bestuurders de crash in de gaten en waren langzaam gaan rijden. In mijn grote buitenspiegel kon ik de chauffeur zien uitstappen en zag iets van een gebalde vuist. Verder zijn we niet in contact gekomen. Dat had te maken met het verleden van mijn bijrijder, de sergeant-majoor, die een hekel had aan Duitsers omdat in de oorlog diverse malen zijn Fahrrad was gestolen door die gasten. Hij gaf mij het commando om door te rijden. Mocht die ‘Deutscher schade haben’ dan meldt hij zichzelf wel bij de laatste vrachtwagen met blauwe vlag. Hij kon de schade verhalen op Defensie. We hebben nooit meer iets gehoord. De jongens achterin op de britsen hebben we ook niet gehoord. Waren kennelijk toch in slaap gevallen. Alsof er niets gebeurd was reden we verder. De sergeant-majoor heeft mij geen gevaarlijk rijgedrag verweten want hij was degene die mij het commando gaf om in te halen. En in het leger geldt: befehl isst befehl. Vooral als je in Duitsland rijdt in een legervoertuig.

En nog een keer brokken

Al met al hebben we de rit er verder goed afgebracht maar vond ik het spannend om mee te maken wat er zoal nog meer op mij af zou komen. Een stuk of wat kleinere ritten gemaakt om een kamp in te richten waar een aantal pubtentjes werden geplaatst voor wat manschappen. Ik zou daar meerdere malen naar toe rijden om te bevoorraden en tussendoor moesten we de diverse tankpeletons voorzien van 105 mm granaten. Flinke jongens verpakt in kisten met 2 stuks. De beukers reden met ons mee om te laden en te lossen.

3-tonner op schietbaan
”Mijn” 3-tonner bevoorraadt 2 AMX-tanks op schietbaan in Dld

Als chauffeur mocht ik toekijken. En kijken deden we af en toe ook op de schietbaan waar de tanks o.l.v. een luitenant hun granaten afschoten over die grote ‘stille’ heide. Je moest er maar lol in hebben. Ik vond het rijden op die 3-tonner toch wel interessanter. De ritten gingen mij steeds beter af en ik kreeg er zowaar lol in. Op de avond vaak even in het kampje bij de jongens kijken wat er nodig was en waar ik al een mooi vast plekje had gevonden om mijn 3-tonner heel eigenwijs achteruit op een afgemeten parkeerveldje te parkeren. En dat steeds vaker alleen. Eigenlijk moest er volgens de regels iemand schuin achter de 3-tonner staan om aanwijzingen te geven bij het achteruit rijden, maar ja, op den duur gaat zoiets bijna vanzelf. In het inmiddels gezellige kampje zouden we die avond laat nog even langs komen om wat voedsel te brengen voor de volgende dag. Een korporaal reed mee. In het pikkedonker kwamen we laat in de avond aan. We zouden na het uitladen nog even wat bij elkaar gaan zitten dus ging ik mijn 3-tonner achteruit parkeren op mijn ‘eigen’ veldje. Mijn maatje was uitgestapt en wist dat ik ‘m zelf zonder aanwijzingen kon inparkeren. Bij het langzaam achteruit rijden klonk er ineens een vreemd gekraak en geritsel en voelde ik een vreemde tegendruk. Tegelijk een schreeuwende korporaal die tot zijn grote schrik ontdekte dat ik zomaar in het pikkedonker over een paar puptentjes heen reed. Helemaal aan gort, gewoon hartstikke plat! Ik was hevig geschrokken uit mijn chauffeursstoel gesprongen om de schade op te nemen. Maaaaarrr, was de grote vraag, lagen daar niet een paar soldaatjes in die platte tentjes te meuren? We beefden werkelijk als een riet, geen van ons durfde te kijken, want stel je voor…. Na een paar minuten besluiteloos stil staan kwamen er 4 huzaren met slaapzakken aangelopen en begonnen bij het aanzien van de materiële schade op ons te schelden.

Puptentje
(puptentje)

Ze hadden wel in de gaten dat we totaal overstuur waren en speelden hun spelletje goed. In de wetenschap dat er niemand in het tentje lag wat wij niet konden weten. Ik vergeet dat moment nooit weer. Die enorme schrik dat ik mogelijk meerdere personen finaal zou hebben plat gereden. Het bleek dat de 4 huzaren zich later in het kamp hadden aangemeld en een geschikt plekje zochten voor hun tentjes. Dat plekje was natuurlijk mijn vaste parkeerveldje geworden en dat wisten die jongens weer niet. Zo zijn er vaker misverstanden ontstaan in het leger die een fatale afloop kenden. Zo eentje komt later in mijn verhaal aan de orde. Ach ja, een leger wat moet oefenen in het nabootsen van oorlogstoestanden zal sommige gevaren nooit uit kunnen sluiten. Maar tentjes platrijden hoort daar niet bij. Daar werd nooit in geoefend. We hebben er later in het kamp nog smakelijk om kunnen lachen en de jongens mochten zolang voor 1 nacht in de officierstent slapen.

Luneburgerheide
(Oefenterrein in Dld)

Hoe het ook zij, de spannende verhalen stapelen zich gaandeweg de diensttijd op. Deze is ook spannend. Tijdens een schietserie moesten op één dag meerdere tankbanen bevoorraad worden. Dat zou een lange dag worden en we gingen in een konvooitje rijden met meerdere 3-tonners en een jeep. De tankbanen van onze pelotons lagen op behoorlijke afstanden uit elkaar. Soms wel een tiental kilometers. Het oefengebied had een omtrek van ongeveer 80 kilometer en die afstand reed je een paar keer op zo’n dag. Het gebied had een ovale vorm op de kaart en je kon het gebied halverwege dwars oversteken wanneer de weg daarvoor was vrijgegeven. Juist op zo’n moment passeerden wij dat punt en onze sergeant-majoor in de jeep meldde zich bij de wachtpost aan de slagboom. In de schietpauzes werd de weg voor korte tijd vrijgegeven en konden wij daarmee een kortere route maken. Scheelt nogal wat liters brandstof. De wachtpost meldde naar zijn collega aan de andere kant dat een konvooi ging oversteken en zolang kon het schietterrein niet worden vrijgegeven. De oversteek zou ongeveer 20 minuten duren en we hadden nog een half uur de tijd. Geen probleem, het schietterrein was pas weer beschikbaar als wij ons hadden gemeld aan de aan de andere kant. En natuurlijk, u raadt het al, het ging mis. Eén van onze voertuigen kreeg een klapband. Gelukkig was het een 1-tonner dus hoefden we niet al teveel uit te laden om de wagen op te krikken. Uiteraard kostte het enige tijd om de lekke band te vervangen. Redelijk ontspannen en zonder al teveel haast werd de klus geklaard. De krik werd verwijderd en pats boem daar klonk groot geschut in de verte en we hoorden het fluiten van een flink kaliber op enige afstand. We keken elkaar aan maar niemand begreep waarom er nu gevuurd werd. Misschien was dat op veilige afstand en wist men wel dat het deel waar wij ons bevonden nog niet vrijgegeven was. We maakten ons niet al te druk en begaven ons naar de voertuigen om verder te gaan. Direct klonken er echo’s om ons heen van inslagen van zware kalibers. Het was vlakbij en zeer beangstigend. Niemand vertrouwde nog deze spannende situatie en we keken doodsbenauwd om ons heen. Ik durf gerust te stellen dat deze jongen doodsbang was. Ik merkte dat ook bij de anderen en zag dat de wagens voor mij gas bijgaven. Ze wilden het terrein als een haas verlaten. En daar liet ik het afweten. Mijn 3-tonner was op dat moment nog niet gelost van een lading munitie die we nog moesten afleveren. De andere voertuigen waren lichter en reden sneller. Het werd een race tegen de klok. Het leek een eindeloze rit maar het scheen dat we met een paar minuten al bij een verbaasde wachtpost aankwamen die de slagboom opende om ons veilig door te laten. Uiteraard ging onze sergeant-majoor verhaal halen bij de 2 dienstdoende wachtposten. Hij spuwde vuur. Het scheen dat beide soldaten net de wacht hadden over genomen en niet waren ingelicht over onze aanwezigheid op het schietterrein. Met de vermelding daarvan in een logboekje was iets mis gegaan. Er heeft toen iemand flink op z’n sodemieter gekregen. Men noemde dat in diensttijd een flinke douw. Bij de volgende schietbaan konden we mijn lading kwijt en stelde een luitenant mij gerust door uit te leggen dat er verderop door de artillerie met krombaanvuur werd geschoten. Ze hadden ons niet kunnen raken maar schoten ruimschoots over ons heen. Alleen een afzwaaier had mogelijk wat dichterbij kunnen inslaan. Hij vond ons angsthazen. Die opmerking liet mij verder koud, ik voelde dat ik toe was aan een schone onderbroek. Had het helemaal gehad met dat leger met al zijn misverstanden. Maar goed, we hadden ’s avonds in het kamp al weer een sterk verhaal.

En nog een sterk verhaal

De schietseries in Duitsland waren meestal vrij saai. Ik deed weinig anders dan heen en weer rijden tussen de verschillende tankbanen om granaten en vuurwapenmunitie te leveren. Restanten afvoeren en tussendoor wat koekeloeren naar de verrichtingen van de collega’s op de tanks. Na een paar dagen was dat een vertrouwd beeld en werd het saai. Het duurde allemaal zo lang. Een wachtmeester die op dat moment de leiding had over ons kleine groepje munitiepikken had gedacht om wat leven in de brouwerij te brengen. Hij was een beroeps en wist alles over munitie en ook over het schema van de verschillende schietoefeningen.  Hij wilde een collega wachtmeester die het commando voerde op een AMX-tank een loer draaien. Hij had daarvoor onze medewerking nodig. Er zou op de avond bij donker een nachtelijke schietoefening worden gehouden met de ondersteunende zwaar kaliber handvuurwapens op de tanks. Dat waren de .50 wapens. Als er in het donker werd geschoten dan gebruikte men de .50 met lichtspoor. Dan kon je de baan volgen van het afgevuurde projectiel. Wij zouden de kisten met de munitie leveren. De wachtmeester riep ons bij elkaar voor een korte bespreking en had veel schik. We moesten hem helpen om een grap uit te halen. Een grap met munitie, hoe bedenk je het. Hij legde ons uit dat er geen gevaar bij was. Het was simpelweg een paar kisten met munitie vooraf prepareren. We moesten uit de geschakelde patroonbanden alle patronen er uit halen. De lichtspoormunitie is zodanig geschakeld dat er om de vijf patronen 1 lichtspoorpatroon zit die net zoveel licht als een vuurpijl geeft. Bij een automatisch wapen kun je op die manier in het donker bij het vuren de juiste richting inschatten. Wij hadden honderden patronen uit de banden gewurmd en moesten vervolgens een aantal banden rijgen met de lichtspoorpatronen aaneen gesloten achter elkaar, dus niet om de vijf. Op de geprepareerde munitiekisten schreef de wachtmeester met een krijtje de tekst ”feestverlichting”. Dat was dus zijn grap. Wij begrepen inmiddels welk effect dat zou geven bij het afvuren. Toen we op de avond het bewuste tankpeleton de kisten hadden geleverd bleven we kijken. Dat betekende geduldig wachten met af en toe een bak koffie om wakker te blijven. We hadden al voorpret en waren benieuwd naar de reactie van de jongens op de tank. Op een goed moment kwam de wachtmeester melden dat de bewuste patroonbanden werden geladen en het feest zou beginnen. Op het commando ”vuur” van de tankcommandant klonk direct een volgend commando, of eigenlijk meer een schreeuw, waarop het vuren onmiddellijk staakte. De jongens sprongen met een man of vijf van de tank en inspecteerden verbaasd het zwaar kaliber wapen. Dit hadden ze niet eerder meegemaakt dat de hele tankbaan volop in het licht werd gezet door een aanhoudend salvo van eigenlijk alleen maar vuurpijlen. Het was maar een moment maar het automatische wapen had in korte tijd een hele band er door gejast. Onze wachtmeester had de grootste lol en legde een boze tankcommandant uit wat er aan de hand was. Hij wees op de tekst van het munitiekistje en zei dat hij er duidelijk op had geschreven ” feestverlichting” en dat hadden ze kunnen zien. Nou ja, in het donker dus. Normaal gesproken zou je een enorme douw krijgen als je knoeide met munitie, maar hier speelden twee beroeps militairen een onderlinge ‘vete’ uit en maakten daarbij gebruik van ons dienstplichtigen. En wij dienstplichtigen vonden het een amusante ervaring.

Shitzooi

Op een goeie dag was ik op een volgende oefening aan de beurt voor een nachtje wachtdraaien. In dat soort diensten draaide ik wel mee. Was wel te doen en soms heel vermakelijk zoals ik nu zal beschrijven. We vertoefden weer in Duitsland waar nog volop ruimte was om te oefenen voor hele regimenten. Er was een legerkamp ingericht op een licht heuvelig terrein. Grote tenten en puptentjes, van alles wat. Maar ook een latrine.

Latrine
(Niet de bewuste poepkuil)

Dat was een soort openbaar toilet achter een gespannen windscherm in een soort u-vorm. Het poepgat was een simpele kuil met daarnaast een schep. Had je je poepie gedaan dan een schep zand erover en de volgende kon gewoon boven dezelfde kuil plaatsnemen. Na een stuk of tien drollen zou zo’n kuil normaal gesproken vol zijn en moest iemand uit goed fatsoen daarnaast een nieuwe kuil graven voor een ander. Hier kwam weer de laksheid van de gemiddelde dienstplichtige soldaat aan het licht. Bijna niemand deed dat en legde zijn behoefte gewoon weer over de inmiddels omhoog gekomen zandlaag, nou ja, verschillende laagjes van 2 verschillende samenstellingen. Nee, niet de Hema-tompoes, gewoon zand en poep. (Sorry hoor). Maar afijn, samen met een dienstmaat draaide ik een wacht en soms konden we een stukje samen op lopen. Dus ook op die bewuste avond. Het was schemerdonker toen die maat tegen mij zei, ‘’kijk daar, daar loopt wachtmeester Jansen, die moet schijten, zo te zien.” Wij stonden op dat moment op een heuveltje en hadden een goed zicht op de latrine waar we het hoofd van Jansen net boven het groene windscherm uit zagen steken. Hij zat in de zithouding, dus poepen. Zoals ik zelf al eerder had ontdekt kon de schep daarbij mooi als leuning dienen. Met de broek op de enkels is het vaak lastig om goed te mikken achter je broek en niet in de broek. Een beetje souplesse was wel een vereiste. De wachtmeester leek mij boven de vijftig, hij was een beroeps. Kennelijk was hij niet zo soepel meer want er klonk ineens een kreet en wij zagen het hoofd van Jansen niet meer boven de latrine uitsteken. Dat was misse boel. We twijfelden om er heen te gaan of toch even wachten op de momenten die komen gingen. Het duurde heel even, en ja hoor daar kwam een half ontkleedde Jansen om de hoek kijken of er personeel in de buurt was. Hij kon ons niet zien maar wij hem wel. Hij schoof in een halve zithouding en leunend op z’n ellebogen met zijn kont over het gras om die af te vegen. Wij keken elkaar aan en konden ons lachen niet inhouden. Geen groter vermaak dan leedvermaak. Jammer dat we toen onze smartphones nog niet hadden. Hij was natuurlijk van zijn leunschep af gegleden en boterzacht terecht gekomen op een enorme hoop stront. Weliswaar afgedekt met een dun laagje zand. Een modderig mengsel wat allereerst op een ruwe manier moet worden verwijderd. Het was een dermate komisch schouwspel dat wij het bijna in de broek deden van het lachen. Dit maak je toch nooit mee? Een poosje later bij een paar biertjes in de eskadronsbar confronteerde mijn wachtmaat wachtmeester Jansen met ons geheim. Hij kon er smakelijk om lachen maar heeft voor de prijs van een paar biertjes mijn wachtmaat en mij een zwijgplicht opgelegd. Vandaar dat ik het nu maar eens heb opgeschreven.

Van smerige handen naar computer

Gaandeweg in de vervulling van mijn diensttijd sloeg af en toe de verveling toe. Had soms weinig te doen met die munitieadministratie. Moest af en toe tellingen doen in het munitiecomplex samen met een beroeps wachtmeester. Ook gaf ik de bestelde munitie uit aan de verantwoordelijke luitenant wanneer er een oefening was. Bij inname van de restanten moest ik altijd samen met een beroeps de boel controleren en nam ik de schietbon in die de luitenant had ondertekend. Af en toe een rit maken naar diverse munitiecomplexen in den lande maar ook moest ik onderhoud plegen aan mijn ‘’eigen’’ 3-tonner. Was niet echt mijn ding. Telkens op een smeerput alle smeerpunten bij langs met de oliespuit en diverse controles uitvoeren. Saai werk en je kreeg vieze handjes. Op een goeie dag had mijn baas de sergeant-majoor bedacht dat ik meer tijd moest steken in de administratie want die moest voorbereid worden om in te voeren in de computer. Defensie had computers ingekocht en wij zouden er ook een krijgen. Hij regelde dat ik mijn 3-tonner moest inleveren en volledig ter beschikking kwam met chauffeur. Ik kreeg bevoegdheden om voertuigen te bestellen wanneer dat nodig was. Ergens wel jammer dat ik niet meer zelf kon rijden maar ik was wel van dat akelige onderhoud af. Meestal koos ik een chauffeur die ik kende en vaak maakte ik ritten met jongens die op mijn kamer sliepen.

Kratje bier onderweg

Op een mooie zomerdag had ik een rit waarbij we verschillende adressen zouden aandoen en de hele dag onderweg waren. We waren met z’n zessen. Er waren diverse kisten met munitie te verslepen en uiteindelijk zouden we leeg terug rijden naar ’t Harde. Op de terugweg had ik mijn bijrijdersstoel verruilt met het bankje achterin de 3-tonner. Het was warm en dorstig weer en we hadden afgesproken om onderweg in Hoenderloo een kratje bier mee te nemen voor op onze kamers. Deze kwam achterin de truck te staan tussen ons in. Het duurde maar even totdat iemand zei dat ie dorst had, en eigenlijk hadden we alle vier dorst. En wat smaakten ze lekker onder dat hete linnen dak. Op gegeven moment moet je overtollig vocht lozen en bepaalt de druk op de blaas hoe lang je nog kunt wachten. Dat was niet lang meer. We riepen al eens naar de cabine maar hadden weinig hoop dat de chauffeur en bijrijder ons zouden horen. In die cabine zit de motor en die maakt een hels kabaal. En mobieltjes bestonden toen nog niet. Het zou best nog een poosje kunnen duren voordat we het kazerneterrein opreden. Toen had een slimmerik onder ons bedacht om een van de bodemplaten van het laadruim op te tillen.

Laadbak legervoertuig
(willekeurige laadruimte)

Dat was een eenvoudig klusje en zo gedaan. We konden toen half staand en half op de knieën om beurten ons plasje doen. Het verkeer achter ons kon niet in de open laadruimte kijken want daarin was het van buitenaf gezien donker. Het legen van onze blazen luchtte heerlijk op. Wat wij niet zagen, maar een automobilist die achter ons reed natuurlijk wel, was dat er straaltjes onder de 3-tonner vandaan lekten. Snel daarna stonden we stil en liep onze chauffeur om de 3-tonner heen op zoek naar de oorzaak van de lekkage. De vriendelijke automobilist was ons voorbij gereden en had de chauffeur tot stoppen gedwongen. Heel attent hoor, zulke weggebruikers moeten we meer hebben. Bij zijn inspectie van het voertuig vroegen wij hem wat er aan de hand was. “Lekkage,’’ was zijn opmerking. Een daverende lach van de bierdrinkers was het antwoord. Alleen was onze chauffeur wat sneu bij de gedachte dat zijn aandeel in het kratje behoorlijk was geslonken. ‘s Avonds hebben we dat kameraadschappelijk weer goed gemaakt. Dat waren de leuke voorvallen in mijn diensttijd en de welkome afwisselingen op vaak saaie kazernedagen.

Feestje op de kamer

Met 3-tonner smalle straat in

Zo had ik een keer een rit naar de Johannes Postkazerne in Havelte. Ik had de 3-tonner besteld die ik eerder zelf had bereden. De chauffeur was een Fries, een echte boerenvlegel met een afkeer aan de dienstplicht. Ik had hem gevraagd om te rijden want ik wist dat ik hem zover kon krijgen om mij een stukje te laten rijden. Dat zou ik doen op de terugweg waarbij ik had afgesproken om langs mijn ouderlijk huis te rijden in Meppel. Het leek mij stoer om met die 3-tonner mijn straatje in te rijden en bij mij thuis een bakkie te doen. En helemaal vanwege het feit dat ik dan langs het belastingkantoor kon rijden waar ik na mijn diensttijd weer verder zou gaan werken. Even luid toeteren en laten zien dat ik de chauffeur was. Het ging helaas iets anders dan ik had gewild. We zijn later vertrokken dan de bedoeling was en de tijd was erg krap om Meppel aan te doen. Dus dan maar even snel. Vlak voor Meppel gewisseld van chauffeur en snel naar de Nieuwe Hoven, gelegen achter het belastingkantoor. Ik wist natuurlijk dat het een smal straatje was maar gokte er toch op. Eenmaal in de straat aangekomen komt natuurlijk het echte probleem om de hoek kijken en dat was parkeren. Waar moest in vredesnaam die 3-tonner staan. Er stonden enkele auto’s geparkeerd aan weerszijden van de straat en ik moest van een andere richting de straat in. Ik dacht waar ben ik aan begonnen, dit gaat niet lukken. Dikke Daf parkeren Toch vond ik een oplossing door in een straatje verderop de stoep op te rijden waardoor er voldoende ruimte overbleef voor het doorgaande verkeer. Snel een bakkie thee gedronken en de truck weer in. En ja, toen pas zag ik de ellende. De complete stoep was onder het gewicht van de 3-tonner bezweken. Tegels staken schuin omhoog. Ik schaamde mij dood. Snel de 3-tonner een paar meter verderop gereden en met ons tweeën de tegels wat aangestampt, zo goed en zo kwaad als dat ging. Het zag er niet uit maar voorbijgangers zeiden er niets van. Kennelijk in de veronderstelling dat het leger schade mag aanrichten. Doen ze ook in oorlogstijd. We gingen er maar geen melding van maken want anders kwam het op het conto van mijn Friese maat die verantwoordelijk was als chauffeur. Natuurlijk regelt Defensie alle soorten schade maar wij waren buiten ons boekje gegaan door af te wijken van de route en te wisselen van chauffeur. Had daarna geen zin meer om met veel bravour voor het belastingkantoor langs te rijden. We zijn rechtstreeks naar de kazerne in ‘t Harde gereden en hielden ons mondje dicht. Een weekje later had ik gezien dat de Gemeente de stoep had hersteld en geen haan had er naar gekraaid.

Handgranaten

Handgranaat

Op naar een volgend incident. Beslist geen leuk incident want er vielen slachtoffers. Ja heus, slachtoffers in vredestijd. Dat gebeurde met de handgranaten die ik leverde of beter gezegd uitleende aan de collega’s van het regiment Van Heutsz. Op het fatale moment was ik met een wachtmeester bezig om een munitietelling en controle uit te voeren in een van onze bunkers. Deze lagen op de rand van het ASK-schietterrein Wezep – ’t Harde. Eerder op die dag had ik een paar kistjes handgranaten uit de bunker opgehaald en afgeleverd bij de verantwoordelijke luitenant bij de Van Heutsz. In de jaren zeventig had het leger al tekorten aan munitie en dat was in mijn beleving vrij normaal. Ook toen was men al zuinig bij Defensie en werd er pief, paf, poef geroepen. Op deze bewuste dag gingen de jongens van Van Heutsz handgranaten gooien. Meiden kenden we toen nog niet in het mannenleger. Ze gooiden op het terrein achter onze bunkers op een afstand van ongeveer 3 kilometer. Je kon soms wat knallen horen. De deur van onze bunker stond open en op gegeven moment, het was al een poosje stil, scheurden er leger-ambulances langs het pad in de richting van het handgranaten gooien. We zeiden nog tegen elkaar dat de hospikken(=hospitaalsoldaten) zeker ook een oefening hadden en dan graag willen scheuren met hun voertuigen. Wisten wij veel. Enige tijd later scheurden ze weer langs ons pad in de andere richting. Daarna bleef het stil, angstvallig stil. Onwetend maakten wij onze klus af en keerden terug naar de kazerne. Het was een tijd zonder mobieltjes. De nieuwsberichten kon je af en toe beluisteren via radio Veronica of Noordzee, de piratenzenders uit de jaren 60 en 70 die in de kazerne populair waren. Dan moet je even nagaan dat het regiment Van Heutsz voor een deel was ondergebracht in ons manschappengebouw maar onderling waren er weinig contacten, nou ja soms wel, maar meer in de vorm van ruzies. De hele avond hadden mijn kamermaten en ik niets gehoord over enig incident. En zelf had ik niet kunnen bedenken dat de actie van de hospikken geen oefening was. Het is te gek voor woorden maar pas de volgende dag op het ochtendappèl was er een extra mededeling over een ongeluk met handgranaten en daarover werden we verderop de dag nader geïnformeerd. Pas toen ging bij mij een lampje branden en dacht ik aan ‘’mijn’’ handgranaten die waarschijnlijk iemand hadden verwond. De nadere informatie deed mij behoorlijk verbleken toen in detail werd bekend gemaakt wat er exact was gebeurd. Een soldaat die net een handgranaat had geworpen zag op de weg terug naar de munitie-verdeelwagen een blindganger liggen. Hij pakte deze op en dat was streng tegen de regels in. Wat er op dat moment door zijn gedachten ging weet niemand, maar hij gooide deze bij wijze van grap in de richting van zijn maten op de munitie-verdeelwagen. Een enorme knal met kettingreactie van nog meer ploffende handgranaten in die wagen was het gevolg. Drie soldaten werden metershoog de wagen uit geslingerd en bleven gehavend op de heidegrond liggen. Ze hebben het alle drie overleefd maar met blijvend letsel in de vorm van blindheid, geamputeerde arm en andere verminkingen. Dat allemaal met die rot handgranaten die ik had geleverd. De legerleiding had bedacht om het voorval breeduit te gebruiken als voorlichting en toonde daarbij de foto’s van de verminkte jongens. Het moest als schokkend worden ervaren om daarmee nog meer voorzichtigheid te bereiken onder de manschappen. Gelukkig had ik nog maar een paar maand te gaan. Bij mij was de lol er wel af. Ik weet wel dat het spelen met oorlogstuig niet zonder gevaar is maar soms komen dingen die fataal aflopen wel erg dichtbij. Gelukkig was ik een soldaat voor de hand en spandiensten en had ik mijn persoonlijk wapen, een UZI, langdurig in de wapenkamer liggen en maakte er weinig gebruik van. Heb in mijn hele diensttijd ook maar een keer met handgranaten geoefend.

Handgranaten gooien ASK

De enkele keer dat ik verplicht was mee te gaan naar de schietbaan om met de Uzi te oefenen bakte ik er totaal niets van. Wanneer we met een man af wat op een rijtje lagen op de schietbaan dan telde bijvoorbeeld mijn buurman zes inslagen op zijn schietschijf terwijl we maar 5 kogels afvuurden. Op mijn schietschijf telden we dan maar een stuk of twee, drie inslagen. Dan werd mij door de sergeant toegebeten of ik misschien niet een klein beetje heel erg scheel was. Ik liet die opmerking voor wat het was en was blij dat ik mijn UZI weer kon inleveren in de wapenkamer. Met mij kon je de oorlog wel vergeten, ik zou de vijand altijd gewoon welkom heten. In mijn jeugd was ik ook niet van het cowboy en indiaantje spelen. Dat had ik nog wel verteld bij de keuring, in de hoop ongeschikt te worden bevonden. Heeft dus niet geholpen. Neemt niet weg dat ik als een echte ”kerel” de dienst heb verlaten en uit mijn geheugen nog deze verhalen kan opdissen ter vermaak van de overlevering.

Aardappels rooien in Zeeland

Soms wordt een leger ingezet voor hulpverlening in rampgebieden of, zoals in dit geval, om hulp te bieden bij de aardappeloogst van boeren in Zeeland. Dat was in het najaar van 1974. Er waren als ik mij goed herinner een paar pelotons ingezet vanuit de kazerne in ’t Harde. Er waren jongens van ons 43ste ZVE bij. Ze gingen 1 of 2 weken helpen om de aardappels van het verdronken land te oogsten. Het had weken achtereen veel geregend. Het moest snel voordat de winter inviel anders was half NL aangewezen op Belgische frieten. Ik verbleef op de kazerne, maar kreeg een opdracht om als chauffeur met wat soldaten naar Zeeland te rijden.  We reden met twee voertuigen gevuld met wat militairen van de administratie. Ze moesten soldij uitbetalen op de laatste betaaldag van de maand. Dat moest in contanten, geld uit de muur en het  internetbankieren was nog niet uitgevonden. Het soldij was maar een habbekrats, maar wij dienstplichtige soldaten konden het goed gebruiken. Een leuke bijkomstigheid was dat op de betaaldag de hulpverlenende soldaten een feestavond kregen aangeboden van de plaatselijke Zeeuwse autoriteiten. En precies op die dag reden wij naar een dorpje ergens onder Spijkenisse waar bij een aantal boerderijen kampementen waren ingericht. Er sliepen soldaten in schuren en in legertenten. Door de vele regenval was het overal een grote modderbende. De provisorisch ingerichte doucheruimtes kenden zelfs wachttijden. Blij dat ik daar niet bivakkeerde. Wij kwamen alleen voor het feestje, en uiteraard de soldij uitbetalen. Er was ons ruimte toegezegd om te overnachten maar we hadden het al gauw bekeken en kregen onze wachtmeester redelijk snel bereid om na afloop van het feestje ‘s nachts naar de kazerne terug te rijden. De jongens aldaar keken best wel uit naar wat vertier en er was een grote evenemententent geplaatst die ruimte bood aan honderden feestgangers. De soldaten werden van diverse locaties aangevoerd. Er zou een band optreden en de topper van de avond zou zelfs Patricia Paay zijn, maar het kon ook wel Bonnie St. Claire geweest zijn, dat weet ik niet meer precies. Ik keek daar net als die andere smachtende soldaten best wel naar uit. En als slagroom op de taart reden zelfs een aantal bussen het modderige terrein op. Geheel gevuld met jonge meiden. Wij vroegen ons af wat die kwamen doen. Een wachtmeester van het organisatiecomité zei vol trots dat hij met een collega naar Rotterdam was gereden en een aantal affiches hadden opgehangen in ziekenhuizen en andere instellingen waar vrouwvolk werkte. Iets met gratis busvervoer naar een grandioos feestje. Als die beroeps een feestje organiseerden kon je er op rekenen dat het bepaald geen kinderfuifje was. De flink opgetutte kakjes op hakjes schrokken bij het verlaten van de bus van de modderpoel maar al snel kregen een aantal maten in de gaten dat we met behulp van wat rijdend materiaal een aantal dames over een blubberig pad naar de feesttent konden rijden. Daar was waarachtig een heus vloertje in aangelegd. Niet alle dames waren even behendig met de instap in die hoge trucks en konden wel een zetje gebruiken. Dat gaf op zich al een sfeertje waarbij veel werd geknipoogd onder ons soldaatjes. Het werd bar gezellig in die tent. Bonny of Patricia, of wie dan ook, kweelde vrolijk haar tophit en het rijkelijk stromend bier deed de rest. legerfeesttentMaar wat had ik een pech. Met nog een chauffeur zouden wij die nacht dus terugrijden en zaten we de hele avond achter de cola. We keken met lede ogen toe hoe gezellig het wel niet werd naarmate de meiden en de jongens wat meer glaasjes wijn en bier hadden genuttigd. Helaas komt aan alle moois een eind en helaas ook aan het moois wat er aan het ontstaan was tussen de verschillende seksen. Diep in de nacht zocht ik samen met mijn bijrijder onze 1-tonner op die niet ver van de feesttent stond geparkeerd. We zouden een eindje het pad op rijden om de rest in te laten stappen. Tot groot vermaak ontdekten we beiden dat wij niet de enigen waren in ons voertuig. Achterin de laadbak klonken geluiden en stemmen die niets verhulden en duiden op de zaligste momenten uit het leven van echtparen. Waarachtig zelfs twee paartjes die echtgenoten. Onder het canvas van de laadbak was voldoende ruimte voor vermaak voor meerdere personen. De hitte-me-titten excuseerden zich naar ons toe en voelden zich betrapt. Mijn bijrijder en ik hadden schik. Dit hadden wij van te voren ook niet bedacht dat onze 1-tonner nog zulke nuttige diensten kon bewijzen aan onze dienstplichtige vrienden. Met iets teveel haast waren de beide jongens en twee meiden uitgestapt en stonden met nog wat losse kledingstukken in hun handen zich nogmaals te verontschuldigen. Ze hadden er niet op gerekend dat juist ”hun” voertuig  naar ’t Harde zou terugkeren. Wij verontschuldigden ons ook en zeiden dat het ons speet om niet te kunnen blijven. Stom genoeg hadden wij er zelf voor gekozen om vroegtijdig te vertrekken vanwege de mensonterende slaapvertrekken. Maar ja, dat het zo gezellig had kunnen worden tijdens en na het feestje, dat hadden wij ook niet gedacht. Jammer, maar helaas. Zo kon je echt alles meemaken in die anderhalf jaar militaire dienstplicht.

Afscheid als ouwe stompMiddelpunt foto maatjes

En terugkijkend nu ik mijn memoires opschrijf begin ik mij weer helemaal jong te voelen. Wat een prachttijd in een prachtleger. Totaal niet geschikt om een oorlog mee te winnen met dat stelletje dienstplichtige soldaten die het nut van een leger in die jaren niet inzagen. Defensieminister Vredeling(1973-77), gelukkig was u een vredelievende vredestichter. U wordt bedankt voor de gezelligheid en de gastvrijheid die ik heb mogen ontvangen in die fantastische jaren 73 en 74. Ik breng u mijn eresaluut.

1e Grijs

Huzaar 1e klas Gerrit W. (1973)

Economische groei buigt om naar krimp; wees voorbereid!

Ik lees analyses van economen en financiële analisten en probeer daar lering uit te trekken. Het oude gezegde dat na het zoet het zuur volgt is na ‘zeven vette jaren’ vaak van toepassing. Dat zet je weer met beide benen op de grond. Het is opvallend dat de ideologische Agenda 2030 geen rekening houdt met de zure realiteit dat economische cycli en de volkeren van verschillende culturen niet zijn te sturen op basis van ideologische modellen. De idealen van de Agenda 2030, opgesteld door een clubje elitaire globalisten, kunnen in de prullenbak

Economen en wetenschappers studeren er al jaren op om uit te vinden hoe we de economische cyclus van welvaart/recessie/welvaart kunnen beïnvloeden met menselijk ingrijpen. Echter bepalen de economische cycli als een soort van natuurlijk proces wanneer slecht economisch weer wordt afgewisseld met welvaart. Net zoals klimaatopwarming wordt afgewisseld met afkoeling. De geschiedenis heeft laten zien dat ingrepen door monetaire en politieke beleidsmakers altijd hebben gefaald. Machthebbers steken elkaar de loef af door te roepen dat ze de wereld kunnen verbeteren met ideologische doelstellingen.

Ondanks nieuwe technologieën, zoals digitale valuta, de bitcoin en de op stapel staande CBDC(Central Bank Digital Currency) van centrale banken, mogen we nooit verwachten dat er stabiliteit komt in het financiële systeem met welk soort controleerbaar betaalverkeer dan ook. Mensen willen in vrijheid leven en handelen zonder dat overheden beperkingen opleggen in het inkomsten- en uitgavenpatroon van de burger. Of op andere wijze controle toestaan op ons consumentengedrag. Zoals bijvoorbeeld het bijsturen van onze uitgaven ten gunste van het klimaat, vanwege onze schadelijke ecologische voetafdruk. Dat is klimaatwaanzin waar klimaatalarmisten helaas anders over denken.

De gedachte van sturing op onze uitgaven leeft momenteel sterk bij monetaire bestuurders van centrale banken. De ECB en de FED willen de CBDC invoeren om grip te krijgen op ons betaalverkeer. Dat mag niet gebeuren omdat het een inbreuk is op onze privacy en vrij handelsverkeer. Hun motief is dat ze daarmee witwassen en criminaliteit kunnen bestrijden. We zijn wel gewend om een bijdrage te leveren aan de Staat in de vorm van belastingheffing ten gunste van maatschappelijke voorzieningen. Als de regering en volksvertegenwoordiging daarover tenminste wijze besluiten nemen, maar daarover bestaat twijfel. Mede daarom moet onze regering geen (mede)zeggenschap uit handen geven aan supranationale organisaties zoals de VN/WHO/WEF/IMF en clubjes zoals NGO’s, waarvan bestuurders niet zijn gekozen door het volk.

Terug naar de kern van mijn verhaal. Door ingrepen van supranationale organisaties, die het nakomen van de Agenda 2030 verplicht hebben gesteld aan alle 192 lidstaten van de VN, zal de wereldwijde economie worden ontwricht. Een cyclisch bewegende economie kan niet kunstmatig worden gestuurd, net zoals de mensheid Moeder Aarde en het Klimaat niet kan sturen naar eigen believen. Door verstoring van de cyclus door de mens zal economische groei omslaan naar krimp. Mede door geopolitieke spanningen zal de globalisering van de wereldeconomie omslaan naar dé-globalisering. Zie bijvoorbeeld de controverse tussen de BRICS-landen en westerse economieën. Terug schakelen van grootschalige multinationale bedrijven naar kleinschalige (lokale) bedrijven zal nieuwe investeringen vereisen in de lokale economie waarvan het netto resultaat pas jaren later positief zal uitwerken.

Als gevolg van de huidige recordhoge schuldenberg zullen in veel westerse landen de rente- en aflossingsverplichtingen van staatsleningen een rem zetten op de broodnodige overheidsinvesteringen in het maatschappelijk leefklimaat waar o.a. inkomensongelijkheid escaleert. De peperdure energietransitie dwingt ons mee te doen met de “Net Zero” klimaatcultus waardoor ons consumptiegedrag wordt beïnvloed en spaargeld wordt aangetast.

Een onderschat negatief effect is dat de vraag naar energie in westerse landen, die worden overlopen met immigranten, groter wordt terwijl gas en olieprijzen stijgen door geopolitieke spanningen. De elektriciteitsvraag zal sneller groeien dan verwacht door de toename van AI(Kunstmatige Intelligentie) en onstuimige groei van energie slurpende datacenters.

Als energieprijzen verder stijgen geeft dat hogere inflatie. Loonstijging loopt daarop achter waardoor consumptie zal dalen. Berichten over massa ontslagen in de VS komen voorbij terwijl centrale banken druk zijn de inflatie te beteugelen met renteverhogingen. Hoge rentetarieven drukken enorm op de begrotingen van landen met een schuldenberg van meer dan 100 procent van hun BBP. Daardoor volgen  bezuinigingsrondes die een drukkend effect hebben op ons consumentengedrag. Het risico van schuldafschrijving dreigt en een nieuwe krediet- annex bankencrisis is aanstaande.

Vervolgens gaan de financiële markten neerwaarts en worden de vermogens van NL-pensioenfondsen aangetast die nu moeten invaren in het nieuwe pensioenstelsel. Daardoor zal indexering achter blijven en zullen de senioren op de rem trappen. Een scenario dat in landen met vergrijzing rampzalige gevolgen zal hebben. Deze optelsom van narigheden kan ons meenemen naar een periode van magere jaren.

Het (complot?)verhaal van Klaus Schwab(voorzitter van het WEF) dat we in 2030 gelukkig zullen zijn maar niets bezitten, zal zomaar waarheid kunnen worden. Tenzij de mensheid alert reageert op naderend onheil zoals we dat altijd hebben gedaan. Oplettende analisten bespeuren beginnende onrust in verschillende landen. De mainstream media berichten er nauwelijks over want Big Media is op de hand van de overheid. Regeringen vrezen opstand want dat vernietigt hun “mooie plannen.” Het is een kwestie van opletten en bij blijven. Wees voorbereid.

GW

Slecht weer op komst, de poppen gaan dansen

Het is slim om af en toe een kijkje te nemen op de teller van de mondiale schuldenklok. Vooral de staatsschuld van de VS is daarbij van groot belang vanwege de positie van de dollar als wereldmunt. Als de schuldpositie meer dan 100 % van het BBP bedraagt bevindt dat land zich in de gevarenzone. Als dan economische groei omslaat naar krimp en schuldaflossing problematisch wordt gaan de poppen dansen. Dan springen politici alle kanten op om het volk te waarschuwen voor naderend onheil. We moeten dan gehoorzamen naar de overheid om te voorkomen dat de natie ten onder gaat door toedoen van opstandige burgers.

Veel politici zijn dansende poppen die aan de touwtjes hangen van invloedrijke elites die achter de schermen opereren. Schatrijke elites die druk uitoefenen op centrale bankiers maar ook de supranationale organisaties de VN/WHO/WEF/IMF op afstand beïnvloeden door hun gezanten af te vaardigen op de vergaderingen van deze wereldmachten. Deze gezanten zijn min of meer onzichtbaar en komen niet uit de politiek. Ze zijn dus niet gekozen door het volk en daarom niet controleerbaar door volksvertegenwoordigers. Ze zijn redelijk anoniem en worden rijkelijk beloond voor hun sluwe prestaties.

Vanachter de schermen sturen de gezanten hun globalistische propaganda via mailverkeer naar de beleidsmakers van de ministeries van landen die lid zijn van de VN/WHO/WEF/IMF en de EU. Deze ministeriële beleidsmakers opereren ook op de achtergrond en adviseren de gekozen politici. Deze ‘puppets’ stellen (globalistische) wetgeving voor aan de nationale parlementen waarbij de Agenda 2030 met de 17 SDG’s als leidraad dient, want ja, er heerst een klimaatcrisis.

Nu weer terug naar de schuldenklok. Zie hier hoe razend snel de schuldenberg van de VS groeit. Met een schuldratio van 122 procent en dalende economische groei bestaat het gevaar dat de VS voor een faillissement komt te staan. Maar een land mag niet failliet gaan en moet alles in het werk stellen om hun schuldeisers tegemoet te komen. Dus worden onorthodoxe maatregelen genomen om de geldomloop in stand te houden. Eén daarvan is het opkopen van staatsobligaties door de centrale bank, de FED.

Op gegeven moment doorzien slimme beleggers het spelletje en verkopen ze hun aandelen en andere risicovolle bezittingen. Bij nadering van voorgaande crisis in het verleden kocht men edele metalen. In het huidige digitale tijdperk is er de cryptovaluta bij gekomen, dus zouden behalve de waardes van goud en zilver ook de waardes van de bitcoin en andere cryptomunten kunnen gaan stijgen. Dit alles is afhankelijk van hoeveel vertrouwen slimme beleggers hebben in de zogenaamde veilige havens. En zie hoe de waardes van edele metalen en cryptovaluta de laatste weken stijgen.

De komst van een stormdepressie is redelijk voorspelbaar. Hoe snel een depressie komt opzetten is afhankelijk van hoe hoge en lagedruk gebieden naar elkaar toe bewegen. Dezelfde spanning is voelbaar in de huidige gepolariseerde (mondiale) samenleving. De inkomensongelijkheid tussen de 10 procent superrijken en de resterende (verarmde) 90 procent nadert het spanningsveld waarin het gaat stormen. Je hoeft geen weerprofeet en/of econoom te zijn om te zien hoe het weer zich ontwikkelt of hoe de polarisering in de maatschappij zich beweegt naar een dieptepunt.

Om de juiste weg te vinden is het slim om weg te draaien van de papegaaiende, door de overheid gefinancierde, media. Ik bezoek de ‘eigenwijze’ journalisten op alternatieve media die heel andere analyses maken. Ik leg de sterk uiteenlopende oplossingen van gevestigde en alternatieve media naast elkaar en trek m’n eigen conclusie. Niets is wat het lijkt, er klopt iets niet.

Daarom, tel je zegeningen en bezit en deel het met je dierbaren. Dat was de manier waarop mensen zwaar weer wisten te doorstaan. Observeer de wolken en lees de economische en monetaire analyses van ‘eigenwijze’ analisten en ga schuilen als donkere wolken naderen. Afgelopen winter viel mij op dat er weinig zonuren waren en veel wolken. Als de lucht al flink opklaarde duurde dat slechts één dag. En ja, dat komt door klimaatverandering volgens de geleerden. Ja natuurlijk, het weer in al zijn extremen is een gevolg van klimaatverandering. Hetzelfde geldt voor de economie. Opwarming wordt gevolgd door afkoeling.

GW

Crises: het verdienmodel van de elite

Naarmate de 21ste eeuw vordert duiken er telkens nieuwe crises op. Het begon in 2008 met een financiële crisis doordat de mondiale schuldenberg begon te wankelen. Wereldwijd werden banken gered met belastinggeld. Bijna was ons monetaire stelsel omgevallen maar centrale banken grepen in door rentetarieven te verlagen en massaal staatsschulden op te kopen. Zo werd de geldomloop verruimd en stond de consument niet direct op de rem waardoor een economische depressie ternauwernood kon worden voorkomen. Van 2009 t/m 2014 was er wel degelijk sprake van een crisissfeer, het was een kredietcrisis. Big Banks zijn gered met belastinggeld.

Door de globalisering en open grenzen beleid is de wereldbevolking omgevormd tot een soort van mondiale samenleving. Zodoende kon het monetaire stelsel nog even mee. Toch was iemand zo slim om alvast een digitale munt te introduceren, de Bitcoin kwam. Deze en andere digitale valuta zijn gebouwd op de blockchain technologie met de gedachte dat het monetaire systeem met de dollar als wereldmunt, en de euro in zijn schaduw, op een verkeerd moment kunnen omvallen. Voorlopig is de cryptovaluta alleen een prooi voor speculanten. De koersen gaan skyhigh maar ook heel diep. Een normaal verschijnsel bij alle soorten beleggingen. Ook edele metalen en aandelen kunnen flink in waarde fluctueren en zijn afhankelijk van ver(wan)trouwen in monetaire beleidsmakers en Big Banks.

Na de kredietcrisis kwam corona en doken financiële markten opnieuw de diepte in omdat er ‘medische’ paniek uitbrak onder de wereldbevolking. Aangewakkerd door de WHO en VN die waarschuwden dat het coronavirus de wereldbevolking zou kunnen decimeren. Omdat de VN en WHO een bestuurlijke status op wereldschaal hebben luisterden 192 lidstaten gedwee naar het WHO-voorstel om drastische maatregelen op te leggen aan de wereldbevolking. Er heerste angst en paniek, aangewakkerd door dramatische TV-beelden. De gevolgen van de coronamaatregelen zijn nu doorgedrongen. Het corona- sterftecijfer bereikte slechts een niveau wat gebruikelijk was bij eerdere griepepidemieën. De discussie gaat nu over de schadelijke maatregelen, zoals lockdowns en avondklok, en de lange-termijn-bijwerkingen van de mRNA-vaccins.

Big Farma en Big Tech hebben dankzij de VN/WHO flink garen gesponnen door corona, wat door de overheid nog hardnekkig ‘pandemie’ wordt genoemd. Nieuwe vaccins en nieuwe digitale controlemiddelen deden hun intrede en werden doorontwikkeld want stel je voor dat er een ‘echte’ pandemie uitbreekt. Kritische burgers veroordeelden het repressieve overheidsbeleid en angstige burgers volgden getrouw de overheidsbevelen. Een splijtzwam in de samenleving was het gevolg.

De discussie tussen overheidsgetrouwen en autonome denkers blijft bestaan zolang de mens als individu nog z’n zelfbeschikkingsrecht weet te behouden. Toch dreigt de mensheid door voortschrijdende technologische controlemiddelen onderworpen te worden aan een surveillance-maatschappij. Camera’s op de openbare weg, in winkels en openbare gebouwen, en tientallen appjes op onze mobiel wijzen ons de weg in deze digitale wereld die wordt bestuurd door Big Tech.

Big Tech, Big Farma, Big Media en eerder Big Banks zijn ontstaan door globalisering van de wereldwijde economieën. De globalisering wordt aangestuurd door de samenwerking tussen supranationale organisaties en schatrijke multinationals. Hoe groter de bedrijven, hoe meer winst en macht. Kapitaal geeft macht, en daarom vergaderen de CEO’s van de BIG’s heel graag met de VN/WHO/WEF en andere sturende organen. Het kapitaal klontert samen en corrumpeert politieke machthebbers. Een bekend verschijnsel in de voorbije geschiedenis.

Op gegeven moment begint de hoogmoedswaanzin groteske vormen aan te nemen en denken elitaire bestuurders de hele wereld te kunnen besturen. Hun greep op de wereldbevolking is al zo groot dat zelfs internationale wetenschappelijke instituten, zoals de IPCC(Intergovernmental Panel on Climate Change), zich suf studeren op hun VN-opdracht om onderzoek te doen naar klimaatverandering. De insteek was om de invloed van de mens op het klimaat te onderzoeken. Dit soort opdrachten vraagt om een onderzoeksrapport met een gewenste uitkomst, dus heeft de mens een aandeel heeft in de opwarming van het klimaat door verbranding van fossiele brandstoffen. Om dat af te remmen is de energietransitie de oplossing.

Zo is een nieuw verdienmodel gecreëerd voor “Big Industry”. De elektrische auto werd geboren, en de zonnepanelen- en windturbinebouwers werden voorzien van kapitaal om te produceren. De belastingbetaler, tevens consument, betaalt de rekening. Via Big Media werd klimaatangst gezaaid en stonden groene activisten op om de massa te bewerken. Slim georkestreerd via de lobby van het grootkapitaal.

Nu dreigt een kink in de kabel te komen doordat een tegenbeweging is opgestaan die steeds meer bijval krijgt van klimaatwetenschappers met een ander verhaal. Ik zou iedereen aanraden deze film te bekijken om een beter oordeel te krijgen over klimaatverandering. In de film wordt het “klimaatcomplot” ontmaskerd. De energietransitie is puur bedoeld als verdienmodel maar word pas onderuit gehaald als ook de massa het ziet. Helaas al een tijdje geleden in werking gezet.

Als klap op de vuurpijl is momenteel sprake van dreigende geopolitieke spanningen op meerdere plekken op aarde. Er is oorlog op korte afstand van de EU-lidstaten, een oorlog in de Gazastrook en de spanningen rondom Taiwan, China en de VS lopen verder op. Er zijn geen tekenen van vredesbewegingen die strijdende partijen aan tafel lokken. Wat we wel horen is dat EU-landen meer geld moeten uittrekken voor Defensie. Poetin zou van plan (kunnen) zijn om na verovering van Oekraïne ook verder Europa in te trekken. Een nogal alarmerende conclusie die door Big Media wordt verspreid om ons te wijzen op de noodzaak dat een oorlogseconomie moet worden opgestart.

Los van het feit of een Russische aanval reëel is betekent dit dat de wapenindustrie gouden tijden gaat beleven. Beleggers investeren er massaal in en regeringen verhogingen de defensiebegroting. Een heuse oorlogsindustrie na de WO2 is geboren. Een nieuw verdienmodel, nu voor Big Industry dat is ingegeven door angst zaaien.

Is het niet een financiële collaps, niet een virus, niet het klimaat, dan is het wel de dreiging van een vijand. Dat we er massaal in meegaan komt door de invloed van de media. Veel kleine mediabedrijven zijn opgekocht door Big Media(DPG-Media en Mediahuis e.a.) die een groot bereik hebben onder de massa.

Het tempo waarin elitaire verdienmodellen zijn opgestart is nu zo hoog dat steeds meer mensen het doorzien. Men voelt zich bedrogen. Als we kijken naar het huidige politieke klimaat in de EU-lidstaten dan zie ik donderwolken aan de horizon. Er zijn minder zonnige dagen. Er is veel bewolking en het was een natte winter. Ik wil niet somberen maar hoop dat de zon snel haar achterstand gaat inhalen. Laten we een Klimaatkoning in het schild hijsen.

GW

Als de angst regeert ….

Het lijkt wel of we in dit decennium in een angstpsychose verkeren. Was het niet voor een “levensgevaarlijk” virus, dan is het wel voor het klimaat. Is het niet voor de escalerende oorlog in Oekraïne, dan is het wel de angst om daarover een mening te geven. De kans is groot dat je wordt afgebrand op sociale media. “Maar dan moet je maar niet op facebook, instagram en X gaan,” roepen mensen die geen mening hebben en zich keurig aan de mainstreamregels houden.

Het is de tijd dat de grijze massa niet de tijd neemt zich te informeren, of geen tijd hebben vanwege de vele verplichtingen. Veelal zijn dat jonge gezinnen met kinderen waarvan beide ouders moeten werken om hun zomervakantie en wintersport te kunnen financieren. Tegelijk moet er gespaard worden voor een dure accubak omdat zuinige diesels worden verboden. En sparen voor een dure warmtepomp, voor isolatie van verouderde woningen, enzovoort. En voor een extra lijfrente naast het toekomstige pensioen dat in de nieuwe pensioenwet onzeker wordt door het meebewegen met instabiele financiële markten.

We zijn vergeten dat het leven vol onzekerheden zit. We hebben in Nederland na de WO2 behalve een welvaartstaat tevens een verzorgingsstaat weten op te bouwen waarbij we onzekerheden hebben uitgeschakeld door ons te verzekeren voor eventuele narigheden in de toekomst. Zodoende vang ik nu mijn AOWeetje en pensioentje waarvoor ik flink wat premies inlegde. En natuurlijk mijn werkgever, zo gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen. Zelfs voor ziekte en werkloosheid zijn we verzekerd en voor schade aan eigendommen. Kost wat, maar dan krijg je ook wat. Tenzij je vroegtijdig aftaait.

Gelukkig mocht ik na een werkzaam leven plaats nemen op de tribune en kijk ik vanaf de zijlijn toe hoe de bal over en weer wordt getrapt en het spel wordt stil gelegd om de technologie(de VAR) om raad te vragen. Niet alleen in de sport maar ook in ons werk worden we bijgestuurd door de technologie die alsmaar beter wordt. Zoveel beter dat de menselijke intelligentie wordt ingehaald door kunstmatige intelligentie. Artificial Intelligence(AI) en robotica zijn de toekomst voor onze nakomelingen. Scholen kunnen sluiten, de jongeren hebben een calculator en Google met Chat GPT op hun smartphone.

Ik ben van de oude stempel en leg in de super m’n boodschappen zonder pieper in de kar, betaal soms contant maar ook met de pinpas als mij dat uitkomt. Ben van het gemak maar ook van keuzevrijheid. Kies bewust niet voor de scanner, bang om een product te vergeten en gecontroleerd te worden. Hoewel mijn vriendelijke blik en glimlach de scancontrolejuffrouw eerder zullen verleiden om mij te fouilleren in plaats van mijn boodschappen te controleren. Ach, ik houd van humor en heb een hekel aan controlerende figuren met strenge blik. De lach heeft plaats gemaakt voor angst. Men is bang om niet in de pas te lopen met het heersend narratief.

We zijn bang gemaakt toen het coronavirus werd aangekondigd als een levensgevaarlijk virus dat een hoog sterftecijfer zou veroorzaken als we niet zouden luisteren naar de overheid. Ineens zat iedereen trillend op de bank te luisteren naar papegaaiende talkshows waar virologen logen over de oorsprong van het virus en het volk aanraadden om een nieuw (experimenteel) mRNA-vaccin te halen. Mondluiers, lockdown en avondklok werden gedwee geaccepteerd want dat zou onze redding zijn. Gelukkig waren er kritische (medische) analisten met een deugdelijk verhaal die we helaas alleen konden volgen via X en Telegram. Hun verhaal stond namelijk haaks op het repressieve overheidsbeleid dat braaf werd verkondigd door de gevestigde media.

Met de expertise van andersdenkenden bekroop mij het gevoel dat ik ondanks mijn leeftijd niet bang hoefde te zijn. Ik kreeg als ongeprikte senior in een vroeg stadium corona en wist dat ik daarmee natuurlijke antistoffen zou opbouwen die veel langer meegaan dan kunstmatige entstoffen. Voor eventuele vaccinatieschade hoefde ik dus niet bang te zijn. Ik zag in mijn omgeving dat gevaccineerde mensen makkelijk opnieuw de griep kregen, tsja.

De angstpsychose die zich van het volk meester maakte zorgde voor een prikkelbare sfeer in de samenleving. Er is een veenbrand aangestoken die af en toe opvlamt maar niet wordt geblust. De brand wordt plat geslagen om later weer op te vlammen. We leven in een tijdvak dat de angst regeert en de humor is verdwenen. Waar zijn “Jacobse en van Es” waar is “Jiskefet,” of André van Duin met z’n lach of ik schiethumor.

Intussen heeft corona plaats gemaakt voor klimaatangst. Nu worden we bang gemaakt voor een verschroeide aarde, voor droogte, voor zeespiegelstijging, voor wateroverlast, kortom voor alle weersextremen die het klimaat met zich meebrengt. Extremen die al vanaf het ontstaan van Moeder Aarde het water in beweging hebben gezet, zeestromingen doen veranderen, de temperatuur laat stijgen en extreem doet dalen waardoor o.a. de polen bevriezen. Extremen die worden beïnvloed door elementen vanuit het binnenste van Moeder Aarde, door vulkanen en de Natuur, de Zon en andere ontastbare elementen die met het klimaat mee in een cyclus bewegen.

Een clubje wetenschappers hebben in opdracht van het gesubsidieerde IPCC onderzoek gedaan naar klimaatverandering en moesten het element “mens” meenemen in hun onderzoek. Nu zijn wij dus ook schuldig aan de klimaatverandering dat toevallig in de cyclus naar opwarming bewoog. Ja, we stoten CO2 uit, net zoals oceanen en vulkanen in enorme hoeveelheden doen. Ja, we produceren CO2 door gebruik van fossiele brandstoffen en het houden van vee om hun vlees- en zuivelproducten. De hoeveelheid is zo minimaal dat we onderin de lijst staan. Toch moeten we van de klimaatalarmisten en de overheid stoppen met stoken en overstappen op energie van zon en wind. Leven van de wind en de zon.

We bedanken voor de gaven van Moeder Aarde en gaan in transitie. Ach ja, verandering van spijs doet eten, dus zal de overstap van fossiel naar zon en wind het eten anders doen smaken. De energietransitie creëert een nieuw verdienmodel voor schatrijke beleggers, daarom is het slim om ons klimaatangst aan te praten. Valt precies samen met de angst voor een vijandelijke mogendheid die het Westen met oorlog dreigt. Dus moeten we overschakelen naar een oorlogseconomie en ons voorbereiden. Daar wordt al druk aan gewerkt door onze regering die waarschuwt voor een mogelijke aanval.

Het militair industrieel complex komt werknemers tekort om voldoende bommen en granaten te produceren. Investeerders en beleggers stappen op aandringen van de EU massaal in de wapenindustrie. De aandelen van wapenfabrikanten en toeleveranciers schieten omhoog op de beurs. Ineens is de voorspelde recessie voorbij want we gaan vol op het oorlogsorgel. Intussen komen schokkende filmpjes van granaten, tanks en dode soldaten voorbij via sociale media. De oude media vinden ze te schokkend voor onze huiskamer. Weer de angst die regeert. Ik doe er niet aan mee. Ik zag vandaag toevallig(?) dit vredig liedje van de vermoordde John Lennon met de Plastic Ono Band, Give Peace A Chance, voorbij komen: https://www.youtube.com/watch?v=C3_0GqPvr4U

GW

Waarom we banken meer moeten wantrouwen dan de Belastingdienst

Deze column schrijf ik met een achtergrond als gepensioneerd belastingambtenaar. Van dat imago kom je nooit af als je 48 jaar hebt opgeofferd voor de overheid, nee, ik moet zeggen voor de samenleving. De belastingbetaler dus. Ik had de dankbare taak om klanten te ontvangen die problemen hadden met een aanslag of met de betaling daarvan. Sommige problemen wist ik op te lossen door tactisch en vooral luchtig met een kwinkslag uit te leggen dat de aanslag wel juist was. En ach, het geld was bestemd voor een goed doel, namelijk ‘onze’ Schatkist.

Soms kon ik de helpende hand bieden met het opmaken van een bezwaarschrift of aanbieden van een betalingsregeling. Of ik schreef een verzoek om kwijtschelding mits ik de beslissing daarop als positief kon inschatten. Zover ging mijn dienstverlening op de afdeling Dienstverlening. Een afdeling die weinig aanzien genoot want bracht geen geld op. Integendeel, wij benadeelden de Schatkist. Om promotie te maken kon je beter solliciteren op de afdeling controle of aanslagregeling. Ik voelde mij dan ook meer consulent dan ambtenaar. Mensen uit de shit helpen was dankbaar werk. Doe ik nog af en toe want mijn omgeving kent mijn verleden.

Nu de fiscale moraal in mijn verhaal. Die is in ons land met hoge belasting- en premiedruk nogal slecht. Ik durf de oorzaak daarvan wel iets te nuanceren. Onze belastingdruk is namelijk niet extreem hoog, het zijn vooral de hoge percentages aan premies volksverzekeringen die zijn inbegrepen in de onderste schijf van het tarief inkomstenbelasting(en loonheffing). Deze percentages zijn 17,90% (AOW), 0,10% (ANW) en 9,65% (WLZ). Totaal 27,65 %. Daarnaast betalen we premies voor de werknemersverzekeringen WW, WIA, WAO, ZW en de ZVW, die variëren tussen de 20 en 25 procent.

De hoge premiedruk vloeit voort uit de verzorgingsstaat die we met ons allen hebben opgetuigd. De belastingen die we daarnaast betalen op ons inkomen en op onze uitgaven(btw en accijnzen) gaan grotendeels naar de potjes van Defensie, Justitie, Infrastructuur en Waterstaat, Onderwijs, Volkshuisvesting, enzovoort. O ja, en wat nieuw is, het Klimaat. “Onze” ministeries zorgen voor de infrastructuur, leefbaarheid en veiligheid in ons land. “Kost wat maar dan krijg je ook wat.”

Wat de Minister van Klimaat te bieden heeft is mij niet duidelijk. Het schijnt dat we moeten inbinden met onze leefstijl ten behoeve van het Klimaat. Dat beweegt in een natuurlijke cyclus waarbij de temperatuur op Moeder Aarde in een lange kringloop beweegt van koud naar warm naar koud, enzovoort. In welke cyclus we nu bewegen laat mij koud. Als mens heb ik daar geen invloed op. Echter zijn er klimaatgelovigen die daar anders in staan. Ze halen er van alles bij wat Moeder Aarde ons te bieden heeft, zoals de CO2 van fossiele brandstoffen die wij verstoken, maar ook komt uit oceanen, vulkanen en de natuur. Ik geloof niet in de (ideologische) Klimaatreligie, ben van huis uit Nederlands Hervormd. Ik ben dus een klimaatketter.

Nu vragen dus allerlei EU-fondsen honderden miljarden van de bevolking, zoals het eerder opgetuigde “Europees Corona-herstelfonds” en de “EU-Green Deal” waarmee het Klimaat en Moeder Aarde gered moeten worden. Dat kost bakken met geld dat niet eens betaald kan worden vanuit onze torenhoge belasting- en premiedruk. Daarom hebben ze bedacht om de banken voor dat karretje te spannen. Banken zijn de hoeders van ons geldverkeer, en regelen onder regie van de ECB het valuta- en rentebeleid van de eurolanden. Nu willen ze een offer brengen voor het Klimaat dat vaak met hoofdletter “K” wordt geschreven alsof het een godheid is.

Banken krijgen nieuwe klimaattaken opgelegd. Bankmedewerkers werden ook al ingezet om het betalingsverkeer te controleren op onverantwoorde geldstromen. Dankzij de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) kan er gecontroleerd worden op witwassen en deelname aan terroristische organisaties. Zo moet worden voorkomen dat criminelen hun geld via de bank witwassen. Als deugburger heb ik daar een onplezierige ervaring mee gehad en beschreven in deze column.

Maar banken gaan nog meer doen waarover ik mij zeer verbaas. Hun nieuwe opdracht is om te sturen op duurzame doelen zoals klimaat, stikstof, biodiversiteit, aardbodem, water, enzovoort. Zo kan de agrarische sector gecontroleerd worden op duurzaamheid van hun portefeuille. Voor duiding van dit beleid, zie WOB-document onderaan dat is opgevraagd door onderzoeksjournalist Marc van der Vegt: https://twitter.com/VegtDoor/status/1760414160796393758

Ook denken bankbazen na hoe ze huiseigenaren kunnen bewegen om woningen ‘klimaatbestendig’ te maken door een label toe te kennen dat lijkt op het energielabel. Critici waarschuwen dat door die maatregel hypotheekaanvragen kunnen worden geweigerd wanneer een woning niet klimaatbestendig is. Verkoop van mijn woning kan ik dan wel vergeten als een koper geen hypotheek krijgt voor een woning die in verduurzaming is achter gebleven vanwege het kostenplaatje. Over een aantal jaren wil ik verkassen naar een appartement met balkonnetje en hangmat op het zuiden en geraniums in een bloembakje. Ik ga niet vaccineren, eeehh investeren, voor een ander en moet dus genoegen nemen met een veel lagere opbrengst. Niet vraag en aanbod bepalen de prijs maar de Klimaatkerk.

Waar gaat dit heen? Ik wil me niet laten dwingen door repressief beleid van “onze” banken. Banken hebben de taak om op onze centen te passen. Het beheer en in goede staat houden van mijn woning bepaal ik zelf en niet de hypotheeknemer. De bank mag pas in actie komen bij in gebreke blijven van de maandelijkse rente- en aflossingsbetaling. De bank bepaalt niet mijn leefwijze, niet mijn eetpatroon en niet mijn denkrichting, maar behoort dienstbaar te zijn aan de uitvoering van het fiduciair geldsysteem van de mondiale samenleving. Basta!

Banken regelen ook niet de thermostaat van het klimaat, net zo min als de Minister van Klimaat. Wat is dit voor waanzinnig beleid? Heeft niets met geldverkeer te maken. Banken opereren niet in opdracht van de overheid maar staan onder toezicht van De Nederlandsche bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Ik hoop dat er wakkere Kamerleden zijn die over dit nieuwe repressieve beleid vragen gaan stellen. Ik spreek hier mijn ongenoegen uit en reken op een nationaal debat dat deze idiote ontwikkelingen, ingegeven door angstige klimaatalarmisten, aan de kaak stelt.

GW

Mijn dienstplicht(1973) was een lachertje, maar tijden veranderen

(lees ook: Dagboek van dienstplichtig soldaat Gerrit)

Tweede Kamerleden van D66, GroenLinks-PvdA, CDA, VVD, BBB en NSC pleitten onlangs onomwonden voor een omschakeling naar een ‘oorlogseconomie’. “Nederland moet meer wapens gaan produceren, banken en pensioenfondsen moeten meer investeren in de wapenindustrie, in elke regio moeten militairen gaan oefenen en we moeten ze weer tegenkomen in de trein. Anders lopen de Russen ons onder de voet.” Dit is de angst bij veel volksvertegenwoordigers.

Als vredelievende burger vind ik deze voorbarige conclusie een verontrustende ontwikkeling. Dat betekent dat we spannende tijden tegemoet gaan. Dat we onze portemonnee moeten trekken voor aankoop van wapens. Dat is een heel andere wending dan in de afgelopen jaren waarin we de regenboogkleuren, genderidentiteit, inclusie en diversiteit verafgoden. Daar ben ik nog niet aan gewend, maar zal wel met de leeftijd te maken hebben.

De huidige ontwikkelingen lijken in lijn van de Agenda 2030, waarmee de VN/WHO/WEF en de EU ons een betere wereld willen bieden. Mits we de aanbevolen instructies van de 17 SDG’s braaf opvolgen. Moeten wel alle neuzen dezelfde kant op anders wordt het niet wat. En moeten we ook nog Ares of Mars, de goden van de oorlog, gehoorzamen. In tijden van oorlog moeten alle neuzen gericht worden op de vijand anders win je geen oorlog.

Volgens politici met geopolitieke denkrichting viel Rusland Oekraïne binnen omdat het land zwak was net zoals veel West Europese landen momenteel zijn. Politici met kritisch denkvermogen roepen daarentegen dat Putin het land binnen viel omdat er al vanaf 2014 ruzie was over de afscheiding van de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loegansk. Plus de bewering dat de NAVO zich langzaam verder verplaatste richting Russische grenzen.

Soms denken machtswellustige politici een tikkeltje anders dan vredelievende burgers zoals mijn persoontje. Ik keek altijd weg van oorlogen omdat je veel moeite moet doen om het werkelijke verhaal te begrijpen. De propagandamachines draaien dan op volle toeren. De media worden bewerkt door sluwe informanten van vriend en vijand. In oorlogen is desinformatie een broertje van misinformatie. Daarom tel ik bijvoorbeeld de aantallen gemelde slachtoffers van beide partijen op en deel ze door twee. De som blijft gruwelijk.

Intussen zetten eurofiele politici de hakken in het zand en worden geen pogingen ondernomen om Putin en Zelensky aan tafel te krijgen. Daarentegen wil men de oorlogsindustrie met vele miljarden opkrikken en wordt er overgeschakeld naar een oorlogseconomie. Dat betekent dat er meer ruimte moet komen voor oefenterreinen, barakken en munitieopslagen. Banken en pensioenfondsen moeten meer in wapens investeren. Kan ABP alvast mijn pensioen verhogen want de aandelen van wapenfabrikanten schieten de lucht in. Hoe hypocriet klinkt dat? Verderop schieten mensen elkaar aan flarden met “mijn” wapens.

Ik moet dus door onze regering overtuigd worden van het feit dat er een gemeenschappelijke vijand is. Daarom wordt straks in het straatbeeld de oorlog nagebootst door het leger actief te laten oefenen in stedelijke gebieden. En worden we voorbereid met propagandaspotjes die oproepen om voor een week voedsel- en watervoorraden aan te houden om een eerste schok op te kunnen vangen.

Wat moet ik hiermee? Een enorm dilemma dient zich aan. Zijn we in slaap gesust door jarenlange vrede in een welvarend land? EU-lidstaten betalen te weinig aan de NAVO roept de VS. Oké, dat is een feit. Maar is er daadwerkelijk sprake van acute oorlogsdreiging zoals onze politici beweren? Mensen die het interview van Tucker Carlson met Poetin hebben gevolgd denken daar wellicht anders over.

Ik denk het er het mijne over. Ik vind dat Rusland economische aansluiting moet krijgen met West-Europa. Ongeacht of een ondemocratisch land wordt geregeerd door een dictator, dat is een nationale aangelegenheid. Dictators worden op den duur door de eigen bevolking verdreven. Westerse landen drijven ook handel met China en vòòr de sancties zelfs volop met het grondstoffenrijke Rusland.

Het vijandig conflict met Rusland stamt uit de Sovjettijd. Wat Poetin benauwt is de oprukkende beweging van de NAVO richting Russische grens. Wat de EU-regenten benauwt zijn oude angsten vanuit de Koude Oorlog plus het feit dat we met de VS mogelijk een NAVO-bondgenoot verliezen als we goedkoop handel zouden drijven met Rusland, terwijl politici bewust zeggen met Poetin. Er wordt een vijandbeeld in stand gehouden zodat Rusland geen lid kan worden van de NAVO. Heel jammer want toen de Koude Oorlog leek te versmelten is de handel op gang gekomen met het rijke grondstoffenland.

Maar er speelt meer. Komt het niet heel goed uit dat we nu Russische olie en gas boycotten in een tijd dat we moeten overschakelen van fossiel naar groen? Of ben ik nu de verwarde burger die simpel denkt en de politiek niet vertrouwt. Die inziet dat er elitaire belangen spelen door het samenspannen van supranationale organisaties de VN/WHO/WEF/IMF enzovoort met schatrijke supra-multinationale ondernemingen.

Het zijn de machtige globalistische bestuurders die elkaar de hand reiken en een mondiale Agenda 2030 uitrollen. Schatrijke bestuurders die belang hebben bij de enorme winsten van grote beursgenoteerde bedrijven waarvan de aandelen worden verhandeld door Blackrock en Vanguard. Elitaire bestuurders die een nieuw verdienmodel hebben gecreëerd door het opstarten van de energietransitie en de wapenindustrie. Het wapengekletter in verschillende regionale conflicten komt ze goed uit.

Dit is mijn persoonlijke mening die nogal afwijkt van het mainstream denken. Een opinie die haaks staat op het regeringsbeleid. Het lijkt er op dat mijn opvatting ook heerst onder andere dwarsdenkers gezien de grote politieke verschuiving sinds de laatste verkiezingen. Ben zeer benieuwd hoeveel tijd onze nieuwe formateur Pim Kutters nodig heeft om een nieuwe regering te vormen. Ik vrees echter dat er achter de schermen vertragende factoren opereren die belang hebben bij de status quo van een demissionair Kabinet. De tijd zal het leren.

GW

Ben je geen witwasser of terrorist? Bewijs het maar

Voor veel mensen is “De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)” een vrij onbekende wet omdat je als deugburger er normaal gesproken niet mee te maken hebt. Dat dacht ik tot voor kort ook. Maar onder druk van de dictatoriale EU is de uitvoering van deze wet aangescherpt met nader bepaalde richtlijnen voor financiële instanties die met geldstromen en met aan- en verkoop van (on)roerende goederen te maken hebben. Als deugburger verwachtte ik niet met zoveel vragen en verplichtingen geconfronteerd te worden. Inmiddels weet ik beter.

Ik ben namelijk door twee financiële instellingen benaderd die mijn identiteit willen controleren. Een (spaar)bank en een verzekeraar die mij een lijfrente uitbetaalt. Bij beide instellingen ben ik al lang bekend in hun administratie maar toch vond men het nodig dat ik opnieuw mijn identiteit kenbaar maakte. Terwijl er al jarenlang transacties plaatsvonden, zoals bij- en afschrijvingen op een spaarrekening en de maandelijkse uitbetaling van een lijfrente. Niks mis mee, gewoon normale bedragjes die passen bij een gepensioneerde ambtenaar.

Absoluut geen schokkende bedragen die wantrouwen zouden kunnen opwekken. Alleen transacties tussen bank en klant. Geen bedragen naar makelaars in Spanje of Turkije voor aankoop van droomvilla’s. Die huur ik alleen in Nederland in vakanties. Gewoon kamer/keuken/slaapkamer/douche met twee tuinstoelen, terras en parasol voor de lol. Betaal digitaal naar de verhuurder, niks mis mee.

Verder ontvang ik nog een kleine lijfrente van de Nationale Nederlanden waarmee ik de biertjes op het terras betaal. Niks mis mee; betaal vaak contant met een fooi voor de serveerster als ze lief is. Lijkt ouderwets maar dat ben ik ook. Hoe komen nu die bank en die verzekeraar er ineens bij om mij op te leggen dat ik mij opnieuw moet identificeren. Het gaat bij mij om flutbedragjes die al jaren tussen hun en mij op en neer gaan. Nog een keer, niks mis mee.

Het vervelende is ook dat het identificeren van mijn persoon via internet telkens mislukte. Deels door een storing en mogelijk door foutief handelen mijnerzijds. Kan te maken hebben met een kopie van mijn paspoort die ik moest doorsturen waarop mijn foto waarschijnlijk het internet in verwarring bracht en zodoende de identificatie verstoorde. Iets anders kan ik mij niet voorstellen want ik ben een deugburger en zeker geen crimineel.

Het hele gedoe zette mij aan het denken en maakte me boos. Na de zoveelste mislukte poging ging ik inloggen bij NN en kwam terecht in een chat, nee geen lieve schat, maar gewoon een robotstem. Ze(?) heette Sanne en bood zich aan als mijn digitale assistent en stond helemaal klaar voor mij. Toen ik met haar bezig was stond ineens mijn eega achter mij. Ze vroeg wie Sanne was. Geprikkeld antwoordde ik dat deze digitale slavin mij hielp om te bewijzen dat ik een echt mannetje was. Die van mijn paspoort dus die maar niet het internetdraadje door wilde. Het was inmiddels een hele komedie geworden want Sanne begreep maar niet wat ik fout deed.

Uiteindelijk koos Sanne voor de makkelijkste weg en verwees me naar een extern bureau waarvan iemand naar mijn huisadres komt om mij ter plekke op mijn identiteit te controleren. Ik dacht heel stilletjes misschien wel Sanne van het escortbureau maar dat is wensdenken van een grijze pensionado. Het gaat hier helaas om iets heel anders, namelijk het lastig vallen van een deugburger. Een burger die moet aantonen dat hij geen witwasser is of een terrorist. Dat allemaal op basis van aangescherpte wetgeving, opgedrongen door een politbureau in Brussel.

Vandaag is dus een vriendelijke koerier langs geweest. Heb hem binnen gelaten nadat ik eerst hem had gecontroleerd op zijn identiteit. Fouilleren deed ik maar niet, “hem” was duidelijk een man. Vervolgens heeft de beste man mijn paspoort gescand en direct verzonden naar de Nationale Nederlanden. Op mijn vraag of dit in een veilige online internetomgeving is gegaan had hij geen duidelijk antwoord want hij was niet ingewijd in die materie. Hij wist alleen te melden dat de gegevens na verzending direct waren verwijderd uit z’n ipad.

Je weet het maar nooit tegenwoordig met al die snelle koeriers en internethackers. Nu de banken en verzekeraars zich zo intensief bezig houden met het controleren van hun klanten krijg ik een nare smaak in de mond. Alsof ik als trouwe klant wordt gewantrouwd. Iemand die ruim 4 jaar z’n lijfrente netjes op tijd krijgt uitbetaald op de juiste rekening van de juiste persoon. Bij de overmaking controleert de bank in het dagelijks betalingsverkeer of het rekeningnummer hoort bij de omschreven cliënt. Niks mis mee, prima toch?

Samengevat ben ik van mening dat onze financiële instellingen met al deze regel- en controledruk compleet doorschieten in het controleren van hun cliënten. Alsof iedere deugburger een crimineel zou zijn. Heb altijd gedacht dat de overheid daarvoor surveilleert. Daarvoor zijn toch de opsporingsambtenaren van de politie en de FIOD? Ineens worden banken en verzekeraars ook opsporingsdiensten.

Als deugburger voel ik mij steeds kleiner worden in deze digitale wereld waar we worden bespied met camera’s aan lantaarnpalen en verkeerslichten. En waar we behalve door de overheid nu ook worden gecontroleerd door onze banken en verzekeraars. Een type als René van der Gijp zou zeggen, niks mis mee. Ik zeg, daar is van alles mis mee. We wandelen rechtstreeks met ons BSN(Burger Slaven Nummer) en onze smartphone een nieuw tijdperk in van digitale slavernij.

Straks volgt nog de E-ID, een Europese digitale identiteit voor elke EU-burger die dat wil, die je laat zien op je smartphone. Als provinciaal Drentse NL-deugburger wil ik dat niet, maar ik begrijp dat het hier gewoon wordt ingevoerd. Dus zal ik de consequenties moeten dragen en dat zal zoiets worden als uitsluiting van deelname aan bepaalde, nog nader te benoemen, maatschappelijke en/of overheidsdiensten. Misschien wel de Belastingdienst, ha, ha, ha. Ik moet weer denken aan mijn jeugd toen we van onze gymleraar door een hoepeltje moesten springen. Ik liep er omheen als hij niet keek.

GW

De natte droom van een vrouwelijke wethouder

Ik had vannacht een nare droom. Ik was een vrouwelijke wethouder van de stad Amsterdam, maar ik ben dus een man. Ik droomde nogal woky en bedacht dat we veel meer kunnen doen dan alleen straatnamen veranderen.

Ik kreeg medelijden met vrouwen wiens achternaam niet overeenkomt met hun geslacht. Je bent dus een vrouw en op jouw naambordje staat Timmerman, Spijkerman, Huisman, Kaagman enzovoort. Dat klinkt achterhaald in deze tijd van wakker worden.

Ik droomde om in Den Haag aan te kloppen met een voorstel tot wetswijziging, waarbij vrouwen in de gelegenheid worden gesteld om kosteloos hun achternaam te veranderen. Dus Timmerman wordt Timmermens, Spijkerman wordt Spijkermens, Huisman wordt Huismens en Kaagman wordt Kaagmens, enzovoort. Wel jammer dat D66 met dat Kaagmens zo klein is geworden, je moet wel een Kamermeerderheid hebben natuurlijk.

Gelukkig zijn dromen vaak bedrog, maar toch…

GW

Als de mondiale schuldenberg omvalt, wat dan?

De mondiale schuldenberg, met de VS bovenaan, staat op omvallen. Zie op Usdebtclock hoeveel staatsschulden alle landen ter wereld afzonderlijk en gezamenlijk hebben. Monetaire analisten waarschuwen al jaren dat er een moment komt dat ook de financiële markten met hun beleggers inzien dat de druk van de schuldenberg op het Bruto Binnenlands Product(ook wel Bruto Nationaal Product) onhoudbaar wordt. Dat moment is daar wanneer hogere rentestanden de overheden dwingen een zuiniger beleid te voeren.

Rente- en aflossingsverplichtingen vreten een steeds grotere hap uit de overheidsbegrotingen waardoor minder geld overblijft voor broodnodige investeringen en verlaging van belastingen om te voorkomen dat de onderkant van de samenleving bezwijkt aan de oplopende inflatie.

Het is een bekend fenomeen dat vlak voor het instorten van de financiële markten er nog eenmaal een ratrace plaatsvindt naar de top. Die (schijn)opleving is nu gaande en binnenkort kan het aftellen beginnen als we op weg gaan naar de crash. Dan zullen ook de elitaire beleggers inzien dat de grote klap gaat komen. Een heuse depressie, vooraf gegaan door een recessie, komt vaak één keer in een lange cyclus van 80 tot 100 jaar voor. Maak de borst maar nat.

Natuurlijk zullen monetaire beleidsmakers van centrale banken aankondigen dat ze de nodige maatregelen treffen. Dat is puur voor de bühne om het vertrouwen van de financiële markten te behouden. Het is een bekend verschijnsel dat we ook in de politiek zien. Momenteel proberen globalistische politici, onder aanvoering van de supranationale organisaties de VN/WHO/WEF/IMF, hun geloofwaardigheid te behouden met het uitrollen van een (groene) ideologische Agenda 2030. Intussen zien steeds meer wereldburgers in dat deze ideologische plannen onbetaalbaar en dus onhaalbaar zijn.

Daardoor is het vertrouwen in de nationale politici in veel autonome lidstaten van de EU tot een dieptepunt gedaald. Hetzelfde zien we in de VS. De verklaring is eenvoudig. Het uitrollen van een mondiale Agenda 2030 heeft alleen kans van slagen als alle wereldburgers braaf de implementatie van de 17 SDG’s van deze agenda opvolgen. En daarvan ook de kosten dragen. Helaas pindakaas.

Behalve ideologische doelen van de VN/WHO/WEF en de EU hebben normale huishoudens ook rekening te houden met hun maandelijkse kosten van levensonderhoud die door gestegen inflatie en hogere belastingen gierend zijn opgelopen. Daardoor zullen meer huishoudens in de komende jaren tegen tekorten aanlopen. Tegelijk lopen we wereldwijd tegen een gigantisch schuldenprobleem op, waar geen rekening mee is gehouden bij het opstellen van de Agenda 2030. Het geld daarvoor is er even niet en moet dus geleend worden op de kapitaalmarkt zoals we de laatste decennia gewend waren te doen. Tot aan nu.

Weldra zal blijken dat financiering met geleende gelden niet meer mogelijk is. Nu moeten we opletten wat de centrale bankiers gaan doen. En wat de politiek gaat doen. Ziet men een oplossing? Jawel, er zijn er vier. Alle vier zijn pijnlijk. Dat is met enkele zinnen wel uitgelegd.

Oplossing 1: Schuldenberg versneld aflossen, maar wel mondiaal. Dat is politiek gezien nooit een oplossing want dat geeft enorme economische krimp met sociale onrust. De extra aflossingsverplichtingen geven gapende gaten op de rijksbegroting waardoor politieke beloften aan de kiezers niet kunnen worden uitgevoerd. Vertrouwen komt te voet maar gaat te paard. Dus zorgt wantrouwen voor grote onrust met een mogelijke revolte in democratische landen.

Oplossing 2: Afschrijven van de schuldenberg. Lijkt ook geen optie, want dan vallen de schuldeisers zoals banken met al hun ineens waardeloos geworden schuld-gerelateerde producten zoals derivaten etc. om, dus volgt grote onrust op financiële markten die eindigt in een zware beurscrash. Daar gaat ons opgebouwde pensioenvermogen. Kunnen de jongeren opnieuw beginnen met opbouwen en zullen de senioren genoegen moeten nemen met afwaarderen van pensioenen en omvallen van zwakke fondsen.

Oplossing 3: Schulden doorrollen naar toekomst Ook geen optie, vernietigt de toekomst van de jongere generatie. Niemand wil opdraaien voor schulden die zijn gemaakt door een ander. Is onethisch, dus valt af. Huidige generatie doet dat al te lang en zal schuld moeten bekennen. Schuldenberg valt dus gewoon om. Of toch niet? Tenzij we kiezen voor

Oplossing 4: En dat is als we, nee niet wij, maar onze leiders, kiezen voor oorlog voeren. In oorlogen zijn burgers namelijk afhankelijk van de bescherming van de overheid en het leger, er is namelijk een gemeenschappelijke vijand; niet de eigen overheid maar een ander land. Men zal dus solidair moeten zijn om te overleven. Oorlogen kosten onnoemelijk veel geld en dat is er niet. Dus wordt dat in uiterste nood gedrukt door centrale banken en zal mede door de op gang gebrachte oorlogsindustrie de inflatie ontsporen. In oorlogen is het dan ook gebruikelijk dat economieën en ontelbare mensenlevens worden vernietigd.

Pas als de vredesduif is geland volgt een automatische “Great Reset,” zoals we hebben gezien na de WO2. Een wederopbouw met een uitgemoorde en uitgehongerde bevolking geeft nieuwe economische groei en vervolgens begint een nieuwe cyclus van langjarige economische groei met af en toe een dip.

Let op en zie dat geen enkele politicus stijgt met stip, velen zitten op de wip. Misschien krijgt Wilders geen kans en wordt het nog Timmerfrans…

GW

Nederland is niet in staat om zelf asielcrisis op te lossen

De asielcrisis is een crisis die je moet beoordelen in z’n totale omvang en dat behelst nogal wat. Is er sprake van een lokale asielcrisis of zien we een wereldwijde “omvolking.” Een woord dat niet getolereerd wordt door politiek correcte kringen. Het woord ‘omvolking’ zou duiden op het vervangen van de oorspronkelijk westerse bevolking door immigranten met een niet-westerse cultuur. Het zou een extreemrechtse complottheorie zijn. Dat is wat ik lees als ik googel naar de betekenis van het woord.

Als één ding de laatste jaren is gebleken dan is het dat in discussies onwelgevallige theorieën erg makkelijk worden afgedaan als complot. Ze passen niet in de beeldvorming van (links)politieke ideologieën. De hedendaagse politiek is nogal anders dan in de jaren na de WO2. De lokale politiek in deze 21ste eeuw staat namelijk onder toezicht van de landelijk politiek. Die vervolgens onder verscherpt toezicht staat van de internationale politiek die wordt gevormd door de supranationale en gouvernementele organisaties zoals de VN/WHO/WEF/IMF en de EU.

Kritische kringen zien hierin de vorming van een Nieuwe Wereld Orde. Politiek correcte kringen zien dit als een wenselijke ontwikkeling in de tijdlijn van technologische vooruitgang. Deze brengt ons kunstmatige intelligentie(AI) met chat GTP, robotica etc. waarvan de mensheid profiteert. Hiermee kunnen we ons verbeteren tot ‘supermensen’ die de afspraken nakomen van de ideologische Agenda 2030 van de VN/WHO/WEF. Maak van de wereld een betere wereld en van de mens een betere mens. Zo kom ik altijd terecht bij deze idiote ideologische agenda met zijn 17 doelen, omdat ze de enige uitweg zijn uit alle ellende. Denkt men.

De op gang gebrachte wereldwijde volksverhuizing bestaat al lang niet meer uit oorlogsvluchtelingen maar ook uit klimaatvluchtelingen(omvat ook hongerlijdende) en zogenaamde gelukzoekers. Het grote sociale probleem in de huidige asielcrisis zijn de gelukzoekers die afreizen naar welvarende economieën. Te verklaren doordat we vroeger geen internet hadden. Nu hebben de meeste aardbewoners een smartphone. Daarmee ziet men in Afrika en Zuid-Amerika de welvaart op het noordelijk halfrond en denkt men dat de welvaart ongelijk verdeeld is.

Echter is het verschil tussen arm en rijk zolang de wereld bestaat nooit ‘uitgeroeid.’ Sinds het menselijk bestaan ondenkbaar omdat het leven wereldwijd bestaat uit overleven en dat doe je met de middelen die ter beschikking staan. Daardoor is de één in staat zich beter te ontwikkelen dan de ander. Ieder mens is soeverein en neemt z’n eigen beslissingen, net zoals de regering doet van het land waarin je bent geboren. En daar wringt de schoen. Het lot(of is het God?) bepaalt waar je wordt geboren, daar hebben we geen invloed op.

Regeringen behoren te streven naar het beste voor hun inwoners, terwijl de regenten van onderontwikkelde landen eerst goed voor zichzelf zorgen door de democratie zo lang mogelijk buiten de deur te houden. Echter zijn de meeste bestuurders, ook van westerse landen, narcisten die streven naar het allerhoogste. Daardoor verrijken zich de corrupte bestuurders.

In dit digitale tijdperk zien inwoners van arme landen hoe de levensstandaard is in welvaartslanden. Om ideologische redenen en mede om een progressieve mondiale samenleving in te richten hebben 150 lidstaten van de VN na de WO2 het VN-vluchtelingenverdrag ondertekend die inwoners in oorlogsgebieden en in landen met onderdrukkende regimes het recht geven op bescherming in veilige landen. Het woord “bescherming” is een nogal rekbaar begrip.

Nadat de ‘volksverhuizing’ begon is in progressieve EU-lidstaten een insolente ‘asielindustrie’ ontstaan vanuit de oprechte gedachte dat het goed is om vluchtelingen op te vangen. Was niks mis mee in de jaren na de WO2. Toen was er ruimte in grote West-Europese landen. Door economische groei wisten democratische regeringen de welvaart in stand te houden en floreerde de woningbouw. Door de combinatie van opkomende globalisering en immigratie groeide de bevolking in West-Europa, vooral in ons ministaatje aan de Noordzee.

Totdat er in het huidige decennium serieuze problemen rijzen in de huisvesting van zowel immigranten als van jongeren onder de autochtone bevolking. Maar COA en AZC’s blijven verblijfsvergunningen uitgeven aan de stroom van asielzoekers. Men moet het kaf van het koren scheiden en dat kost veel tijd en ambtenaren. Beelden van afgeladen rubberboten laten zien dat voornamelijk mannen op hun telefoon zitten te gluren naar beelden van het het beloofde land. De smartphones zijn hun wegwijzers. De oorspronkelijke opzet van het VN-vluchtelingenverdrag met het idee dat bedreigde mensen worden gered is nogal vervaagd.

Iedere aardbewoner ziet hoe het leven is in het beloofde land. Even googelen en een kijkje nemen in welvarende westerse steden. Wie wil er wonen in Dictatistan waar mensen honger lijden en worden onderdrukt. Hier wringt dus ook de schoen. Waarom is de VN niet in staat om landen met foute regimes te sanctioneren en tegelijk ontwikkelingshulp aan de bevolking te bieden. De reden is dat het geld terecht komt in de zakken van corrupte bestuurders. En regimes laten verjagen betekent oorlog voeren en dat kunnen de VN-lidstaten niet want er is geen VN-leger zoals de westerse alliantie een NAVO heeft. De discussie waarom de VN kiest voor een vluchtelingenroute gaat heel diep en ruikt nogal complotterig.

Zie hier de zwakte van de VN die kiest voor de makkelijkste weg, vermeng armoede met welvaart. Verdeel en heers. Ondanks dat Big Tech en cs. in staat zijn om woestijnen vruchtbaar te maken en ondanks dat de machtige VS, China, Rusland en de Europese Unie(is geen staat) militair in staat zijn om foute regimes te verdrijven, gebeurt het niet. Zie hier de controverse bij het vormen van machtsblokken, ze houden elkaar in de gaten terwijl de onderdrukking van miljarden aardbewoners door de VN wordt opgelost met instellen van een mondiaal vluchtelingenverdrag.

Machtige landen komen in actie wanneer het ze uitkomt, wanneer er grondstoffen zijn te halen of landen worden bezet die strategisch zijn gelegen op de wereldkaart. Zie de 800 militaire bases die de VS heeft in 80 landen. Dat zijn de prioriteiten van machtsblokken die in plaats van investeren in ontwikkelingslanden zich vooral richten op investeringen in het militair apparaat.

Natuurlijk zien de “regimes” van de VS, Canada en de EU, toevallig ook verenigd in de NAVO, dat er door arme volkeren jaloers wordt gekeken naar hun welvaart. Dus kunnen we constateren dat het VN-vluchtelingenverdrag in het leven is geroepen om armoede en welvaart te delen door het opvangen van vluchtelingen. Een loffelijk streven, maar niet duurzaam zoals we zien in Nederland waar de democratie heeft gesproken door massaal te stemmen op een anti-immigratiepartij.

De rek is er uit als tientallen miljoenen immigranten worden toegelaten in (kleine) welvaartslanden waar de vraag naar woonruimte door het dak is geschoten. Dan is het tijd voor herziening van achterhaalde verdragen. Tijd voor een nieuwe visie, voor nieuwe bestuurders die opkomen voor de autochtone bevolking die aanvoelen dat het delen van leefruimte betekent dat ook welvaart gedeeld wordt met mensen die niet hebben meegewerkt aan het opbouwen van die welvaart. Het gaat niet alleen om de vraag wie we opvangen maar ook over de uit de hand gelopen toestroom.

De discussie waarin oplossingen worden aangevoerd moet nu worden gevoerd. Er dreigt een recessie door de optelsom van negatieve factoren. Eén daarvan is de “asielindustrie” die een beschamend verdienmodel op gang heeft gebracht. De problemen stapelen zich op terwijl de volkswoede zich keert tegen het landsbestuur. Kabinet Rutte4 was niet in staat om de regenten van de EU en de VN uit te leggen dat de ideologische doelen van de Agenda 2030 schadelijk zijn voor Nederland. De verkiezingen gaven aan dat er moet worden geluisterd naar de bevolking die met idealistische doelstellingen zijn misleid.

Geachte aanstaande bestuurders, luister naar de stem van het volk, verlaat de partijpolitiek, en maak nieuwe afspraken gericht op de NL-agenda en schrap de ideologische afspraken in de Agenda 2030.

GW